ECLI:NL:GHARN:2011:BQ3499
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nakoming van een overeenkomst van geldlening tussen vennootschap onder firma en geldverstrekker
In deze zaak gaat het om de nakoming van een overeenkomst van geldlening die is aangegaan tussen de vennootschap onder firma [V.O.F. Y], vertegenwoordigd door [appellant] en [X], en de geldverstrekker, [geïntimeerde]. De overeenkomst, gedateerd op 4 november 2004, betrof een lening van € 20.938,07 voor de aanschaf van een Ford Transit bestelauto. De lening diende uiterlijk op 1 april 2005 te worden terugbetaald, maar dit is niet gebeurd. De geldverstrekker heeft conservatoir beslag gelegd op de bezittingen van [appellant] en [X] toen de lening niet werd terugbetaald.
In eerste aanleg heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad de vordering van [geïntimeerde] toegewezen, waarbij [appellant] en [X] hoofdelijk zijn veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag. [appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij hij drie grieven heeft ingediend. De grieven hebben betrekking op de toewijzing van de vordering, de wijziging van het kentekenbewijs van de bestelauto en de vermeende schuldovername door [X].
Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de wijziging van het kentekenbewijs geen invloed heeft gehad op de rechten en verplichtingen uit de geldlening. Het hof oordeelt dat [geïntimeerde] niet kan worden verweten dat zij het kentekenbewijs op naam van [X] heeft laten overschrijven, aangezien dit geen eigendomsoverdracht met zich meebracht. De grieven van [appellant] zijn verworpen, en het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [appellant] is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.