ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1194
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- W. Breemhaar
- F.J. Streppel
- R.J. Voorink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nakoming omgangsregeling tussen ouders van minderjarige kinderen
In deze zaak gaat het om een kort geding dat is ingesteld door de vrouw, appellante, tegen de man, geïntimeerde, met betrekking tot de nakoming van een omgangsregeling voor hun minderjarige kinderen. De vrouw heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de man werd veroordeeld tot nakoming van de omgangsregeling. De omgangsregeling was eerder overeengekomen in een mediation-traject en hield in dat de man de kinderen om de week op zaterdag zou zien, maar deze regeling was sinds februari 2010 niet meer nageleefd. De vrouw heeft op 6 mei 2010 een verzoekschrift ingediend om de omgangsregeling te beëindigen, terwijl de man op 21 mei 2010 verzocht om gezamenlijk ouderlijk gezag. De rechtbank Amsterdam heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld om advies uit te brengen over de omgangsregeling.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft op 5 april 2011 arrest gewezen. Het hof oordeelt dat het niet verantwoord is om vooruit te lopen op de uitkomst van de bodemzaak door een beslissing te nemen over de vordering van de man tot nakoming van de omgangsregeling. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van de beslissing van de bodemrechter. De zaak is verwezen naar de rol van 5 juli 2011, zodat de meest gerede partij de gelegenheid krijgt om een akte in te dienen. De uitspraak benadrukt het belang van de omgang tussen de kinderen en hun vader, maar stelt ook dat de hulpverlening nog niet is opgestart, wat van belang is voor de verdere behandeling van de zaak.