ECLI:NL:GHARN:2011:BP9845
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inkomstenbelasting en vertrouwensbeginsel met betrekking tot aftrekbaarheid van kosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de rechtbank de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2005 heeft bevestigd. De belanghebbende had een aanslag ontvangen op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.622 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.136. Na bezwaar werd de aanslag verminderd, maar belanghebbende ging in beroep omdat zij meende dat zij recht had op aftrek van bepaalde kosten, waaronder ziektekosten en advocaatkosten, op basis van informatie die zij van de belastingtelefoon had ontvangen.
Tijdens de zitting heeft belanghebbende verklaard dat zij door de belastingtelefoon was geïnformeerd dat zij deze kosten in haar aangifte moest opnemen, wat haar het vertrouwen gaf dat deze kosten aftrekbaar zouden zijn. Het Hof oordeelt echter dat de mededelingen van de belastingtelefoon niet ongeclausuleerd waren en dat er geen bewijs is dat belanghebbende schade heeft geleden door de informatie die zij heeft ontvangen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt, en het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De beslissing van het Hof is openbaar uitgesproken op 15 maart 2011. De proceskosten worden niet toegewezen, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren.