ECLI:NL:GHARN:2011:BP9117
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- J.H. Kuiper
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over schadevergoeding bij voortijdige beëindiging huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een huurrechtelijk geschil tussen [appellant] en Waldeck-Groep B.V. over de schadevergoeding bij de voortijdige beëindiging van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst werd op 15 juli 2003 gesloten, waarbij Waldeck een kantoorgedeelte huurde van [appellant]. Na het aftreden van [appellant] als statutair directeur van Waldeck in 2005, werd de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd. Waldeck heeft echter het gehuurde eerder verlaten dan afgesproken, wat leidde tot een geschil over de openstaande huur en schadevergoeding.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] gedeeltelijk toegewezen, maar het hof heeft in hoger beroep de grieven van [appellant] deels gegrond verklaard. Het hof oordeelde dat Waldeck aansprakelijk bleef voor de huurbetalingen tot de reguliere expiratiedatum van het contract op 1 januari 2007. Het hof heeft de schadevergoeding vastgesteld op een totaalbedrag van € 19.540,40, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 2007. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.
De uitspraak van het hof benadrukt de verantwoordelijkheden van huurders bij voortijdige beëindiging van huurovereenkomsten en de noodzaak voor duidelijke afspraken in huurcontracten. Het hof heeft ook de relevante bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek en de algemene huurvoorwaarden in zijn overwegingen betrokken, wat de juridische basis van de uitspraak versterkt.