ECLI:NL:GHARN:2010:BP4614

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
15 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.055.945
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uithuisplaatsing en niet-ontvankelijkheid van de stichting in het inleidend verzoekschrift

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, betreft het een hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van een kind. De verzoekster, aangeduid als 'de moeder', heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zutphen. De moeder wordt bijgestaan door haar advocaat, mr. G.F.M.G. Heutink. De verweerster in deze procedure is de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, vertegenwoordigd door de Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland, hierna aangeduid als 'de stichting'. De vader van het kind is ook als belanghebbende aangemerkt.

Het hof heeft op 4 mei 2010 een tussenbeschikking gegeven waarin het de stichting verzocht om zich uiterlijk 25 mei 2010 uit te laten over de vraag of het inleidend verzoekschrift was ondertekend door een daartoe bevoegd persoon. De stichting heeft echter niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Op 3 juni 2010 heeft het hof partijen geïnformeerd dat er op 29 juni 2010 een eindbeschikking zou worden gegeven.

Aangezien niet is vastgesteld dat het inleidend verzoekschrift is ingediend door een bevoegd persoon, heeft het hof de stichting niet-ontvankelijk verklaard in het inleidend verzoekschrift. In de eindbeschikking van 15 juni 2010 heeft het hof de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de stichting alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is besloten dat de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechters J.H. Lieber, B.M. Mens en B.F. Keulen aanwezig waren, bijgestaan door griffier mr. M. van Esveld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.055.945
(zaaknummer rechtbank 107044 JE RK 09-1095)
beschikking van de familiekamer van 15 juni 2010
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen "de moeder",
advocaat: mr. G.F.M.G. Heutink te Apeldoorn,
en
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming
namens de Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster in hoger beroep, verder te noemen "de stichting".
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen "de vader".
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Het hof heeft op 4 mei 2010 een tussenbeschikking gegeven.
2. De motivering van de beslissing
2.1 Het hof neemt over en blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenbeschikking van 4 mei 2010, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
2.2 In deze beschikking heeft het hof de stichting verzocht zich uiterlijk 25 mei 2010 nader uit te laten over de vraag of het inleidend verzoekschrift is ondertekend door een daartoe bevoegd persoon.
2.3 De stichting heeft niet binnen de gestelde termijn gereageerd. Bij brief van 3 juni 2010 heeft het hof partijen bericht dat op 29 juni 2010 een eindbeschikking zal worden gegeven.
2.4 Nu niet is vast komen te staan dat het inleidend verzoekschrift is ingediend door een binnen de stichting daartoe bevoegd persoon dient het hof de stichting alsnog niet-ontvankelijk te verklaren in het inleidend verzoekschrift.
3. De slotsom
3.1 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen dient het hof de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, te vernietigen en te beslissen als volgt.
3.2 Het hof zal gelet op de aard van de zaak de proceskosten in hoger beroep compenseren.
4. De beslissing
Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Zutphen van 12 november 2009, opnieuw beschikkende:
verklaart de stichting alsnog niet-ontvankelijk in haar inleidend verzoek;
compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, B.M. Mens en B.F. Keulen, bijgestaan door mr. M. van Esveld als griffier, en is op 15 juni 2010 uitgesproken ter openbare terecht-zitting in tegenwoordigheid van de griffier.