ECLI:NL:GHARN:2010:BO4122
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M.A.F. Cools-Weebers
- M.L.H.E. Roessingh-Bakels
- B.W.M. Hendriks
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugstransportzaak met betrekking tot artikel 10a Opiumwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor het trachten te bewegen van een ander om een strafbaar feit te plegen, in dit geval met betrekking tot de Opiumwet. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken. De zaak betreft een onderzoek naar een grote hoeveelheid cocaïne die in een container was verborgen en die van Antwerpen naar Nederland was vervoerd. De verdachte werd verdacht van betrokkenheid bij dit transport, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De verdachte had verklaard dat hij enkel op zoek was naar tegels voor de tuin van zijn schoondochter en dat zijn aanwezigheid in de buurt van de container toevallig was. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig waren, maar dat er geen bewijs was dat hij daadwerkelijk een ander had getracht te bewegen om het strafbare feit te plegen. Het hof concludeerde dat de rechtbank de tenlastelegging onterecht had gedenatureerd en dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen van 7 december 2009 en 2 november 2010, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.