3. In deze zaak staat het volgende tussen partijen vast.
3.1. Op 24 juli 2006 is tussen partijen een incasso-overeenkomst (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen voor de bepaalde duur van één jaar. Artikel 5 van de overeenkomst luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
"Juresta brengt de met de behandeling van incasso-opdrachten gepaard gaande kosten, alsmede de incasso-provisie in rekening bij de opdrachtgever conform de daarover in de voorwaarden opgenomen bepalingen. (…)"
Artikel 9 van de overeenkomst bepaalt het volgende:
"De voorwaarden van Juresta creditmanagement m.b.t. de incasso-overeenkomst Nederland zijn van toepassing op de uitlegging en uitvoering van deze overeenkomst. Deze voorwaarden zijn op de pagina hiernaast afgedrukt en vormen een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. De voorwaarden zijn gedeponeerd bij de kvk te Apeldoorn onder nummer 1594."
3.2. Artikel 1 van "de voorwaarden van Juresta creditmanagement m.b.t. de incasso-overeenkomst Nederland" (hierna: de AV) luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
"incassoprovisie en (verhaal van de ) incassokosten
A. incassoprovisie
A.a. Juresta creditmanagement hanteert een provisie van 15% van de som van de te vorderen hoofdsom en de vertragingsrente. Het minimum van de incassoprovisie bedraagt € 136,35.
(…)
B. incassokosten en verhaal van incassokosten en vertragingsrente
B.a. de incassokosten worden uit hoofde van de bepalingen in de algemene voorwaarden van de opdrachtgever en/of op grond van wettelijke bepalingen, verhaald op de debiteur. Dit is een primaire doelstelling.
B.b indien blijkt dat de incassokosten niet verhaald kunnen worden op de debiteur, tengevolge van diens faillissement of andere betalingsonmacht, terwijl aan alle voorwaarden en verplichtingen, voortvloeiend uit deze incasso-overeenkomst is voldaan, dan worden geen bijkomende kosten, incassokosten of -provisie bij de opdrachtgever in rekening gebracht.
(…)
B.g. indien opdrachtgever een vordering zelf, zonder toestemming van en/of zonder overleg met Juresta regelt, de incassowerkzaamheden belemmert of de opdracht intrekt, is de volledige incassoprovisie verschuldigd, desnoods vermeerderd met door Juresta gemaakte kosten (waaronder het (gederfde) gemachtigdensalaris volgens liquidatietarief)."
3.3. Op 11 augustus 2006 heeft Kaldi aan Juresta verzocht om tot incasso over te gaan van een vordering ad € 13.912,95 op haar debiteur 'Kaldi Zwolle' gevestigd te Zwolle aan de Luttekestraat 50. Kaldi heeft daarbij de heer [eigenaar/contactpersoon Kaldi Zwolle] genoemd als 'eigenaar/contactpersoon' van 'Kaldi Zwolle'.
3.4. Op 17 augustus 2006 heeft Juresta aan Kaldi bevestigd dat zij de opdracht in behandeling heeft genomen. Juresta heeft daarop 'Kaldi Zwolle' op 17 augustus 2006 aangemaand op het door Kaldi opgegeven postadres te Nieuwleusen.
3.5. Bij aan Juresta gerichte brief van 21 augustus 2006 is door mevrouw [ex-echtgenote ''eigenaar/contactpersoon Kaldi Zwolle] gereageerd op de aanmaning van 17 augustus 2006. In die brief wordt onder meer gesteld dat 'Kaldi Zwolle' als bedrijf niet bestaat en dat Juresta zich dient te richten tot 'Coöperatie Kaldi Koffie & Thee u.a. t.a.v. de heer [eigenaar/contactpersoon Kaldi Zwolle]'.
3.6. Bij brief van 13 september 2006 heeft Juresta onder aanvoering 'dat Kaldi's debiteur blijkbaar weigerachtig is om vrijwillig tot betaling over te gaan' aan Kaldi geadviseerd de zaak ter verdere behandeling en zonodig voor het opstarten van een gerechtelijke procedure over te dragen aan een met naam genoemd advocatenkantoor.
3.7. Op 30 januari 2007 heeft Juresta bij (ongedateerde) faxbrief aan Kaldi bevestigd dat Kaldi telefonisch heeft bericht dat het dossier kan worden gesloten en dat Juresta op basis van de incasso-overeenkomst bevoegd is een incassoprovisie van 15% in rekening te brengen ofwel in dit geval € 2.236,28 exclusief BTW. Juresta heeft daarbij het volgende vermeld:
"Echter, mede gezien de ontwikkelingen en het feit dat het uw eerste ingediende dossier is, is Juresta in dit enige en uniek geval - en slechts uit coulance overwegingen - bereid om u hierin enigszins tegemoet te komen. Ik wil u dan ook vragen om mij een redelijk en schriftelijk voorstel te doen toekomen om het dossier financieel met Juresta af te wikkelen."
3.8. Op 16 januari 2008 heeft Kaldi zich in een telefoongesprek met Juresta op het standpunt gesteld dat zij geen incassoprovisie aan Juresta verschuldigd is.
3.9. Bij factuur van 30 maart 2008 heeft Juresta aan Kaldi een bedrag van € 2.236,28 exclusief BTW ofwel € 2.684,97 inclusief BTW in rekening gebracht.