ECLI:NL:GHARN:2010:BN9266
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- W.M. van Schuijlenburg
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in Opiumwet-zaak door vormverzuim in verhoor
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1943 en wonende te [woonplaats], was in eerste aanleg vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde en veroordeeld voor het onder 1 ten laste gelegde misdrijf. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de overtreding van de Opiumwet, omdat er onvoldoende wettig bewijs was. Dit kwam voort uit een vormverzuim tijdens het verhoor van de verdachte door de politie. Het hof oordeelde dat de verdachte niet alleen de cautie had moeten krijgen, maar ook gewezen had moeten worden op zijn recht op consultatie van een advocaat. Dit vormverzuim leidde tot bewijsuitsluiting van de verklaringen die de verdachte had afgelegd, zowel voor als na zijn aanhouding. De zaak begon met een melding van de woningbouwvereniging over een mogelijke hennepplantage in de schuur van de verdachte. Verbalisanten constateerden een gezoem dat duidde op ventilatoren, wat hen deed vermoeden dat er een hennepkwekerij aanwezig was. Ondanks deze constateringen, oordeelde het hof dat de bewijsvoering niet voldeed aan de wettelijke eisen, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld. Het hof verklaarde de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde en vernietigde het vonnis van de politierechter voor zover aan hoger beroep onderworpen, waarbij de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde werd vrijgesproken.