ECLI:NL:GHARN:2010:BN7049

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002777-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met voorwaardelijke gevangenisstraf en onvoorwaardelijke werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1956 en woonachtig in [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. J.M.M. Pater. De politierechter had de verdachte veroordeeld voor mishandeling, wat leidde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke werkstraf. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw verklaard dat zij de verdachte uitdrukkelijk mocht verdedigen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 oktober 2008 in [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], met een knuppel tegen de linker onderarm heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. De strafmotivering is gebaseerd op de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in aanmerking genomen dat de verdachte eerder is veroordeeld voor verkeersdelicten en dat hij zich in een moeilijke financiële situatie bevindt.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, die voorwaardelijk is, en een taakstraf van tachtig uren, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor veertig dagen zal worden toegepast indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Het arrest is gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. B.F. Keulen, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002777-09
Parketnummer eerste aanleg: 07-601542-08
Arrest van 13 september 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 maart 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1956] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte
mr. J.M.M. Pater, advocaat te Emmeloord.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 09 oktober 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) met een knuppel, in ieder geval een hard voorwerp, tegen de (linker) (onder)arm heeft geslagen, terwijl deze [slachtoffer] de (linker) (onder)arm ter afwending van de slag had opgeheven en/of (met kracht) tegen de/een (onder)arm heeft geslagen/gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 09 oktober 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], met een knuppel tegen de linker onderarm heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte wilde bij aangever verhaal halen naar aanleiding van de mededeling van zijn dochter dat aangever haar weer eens had bedreigd. Verdachte is naar de woning van aangever toegegaan. Daar heeft hij aangever met een knuppel op zijn arm geslagen met als gevolg een gekneusde arm bij aangever. Door zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van aangever geschonden en angst, pijn en letsel bij aangever veroorzaakt. Het hof rekent verdachte in het bijzonder aan dat hij voor eigenrichting heeft gekozen.
Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 juli 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor andersoortige delicten, te weten verkeersdelicten.
Omtrent de persoonlijke omstandigheden van verdachte is slechts naar voren gebracht dat hij zich in een moeilijke financi?le situatie bevindt als gevolg van een faillissement.
Gelet op de ernst van het feit is het hof met de politierechter en de advocaat-generaal van oordeel dat een gevangenisstraf in combinatie met een werkstraf in beginsel een passende sanctie is. Gelet echter op het feit dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld zal het hof de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. B.F. Keulen, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier, zijnde mr. B.F. Keulen buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.