In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [verzoekster] tegen [verweerder 1] en [verweerder 2] met betrekking tot de koop van een dressuurpony die bedoeld was voor wedstrijden op EK-niveau. De zaak is behandeld door het Gerechtshof Arnhem, dat op 14 december 2010 een tussenuitspraak heeft gedaan. De kern van het geschil betreft de vraag of de pony non-conformiteit vertoont, wat betekent dat de pony niet voldoet aan de verwachtingen die op basis van de koopovereenkomst mogen worden gesteld.
Het hof verwijst naar eerdere tussenarresten en deskundigenonderzoeken die in deze zaak zijn uitgevoerd. In het bijzonder wordt verwezen naar een deskundigenbericht dat op 3 juni 2010 is uitgebracht. [verzoekster] heeft in haar memorie na deskundigenbericht en aanvullende memorie na deskundigenverhoor haar standpunten verder toegelicht. Het hof heeft de argumenten van [verweerder 2] tegen de aanvullende memorie van [verzoekster] beoordeeld en geconcludeerd dat er geen reden is om deze te verwerpen.
Het hof heeft vastgesteld dat het bewijs van non-conformiteit op [verzoekster] rust, en dat zij dit bewijs kan leveren door zowel deskundigen als getuigen. Het hof heeft [verzoekster] toegelaten tot bewijslevering door het horen van getuigen, waarbij het hof de waardering van het deskundigenrapport en de verklaringen van deskundigen opschort tot na de getuigenverhoren. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, en het hof heeft de voorwaarden voor het getuigenverhoor vastgesteld.
De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de bewijsvoering in civiele zaken betreft, met name in het kader van koopovereenkomsten en de verwachtingen die partijen mogen hebben van de geleverde goederen. Het hof heeft benadrukt dat getuigenverklaringen over het gedrag van de pony voor of omstreeks de aankoop cruciaal kunnen zijn voor de bewijslevering.