1.2 Bij memorie houdende incidentele vordering ex artikel 843a Rv heeft de gemeente, onder overlegging van een productie, een incidentele vordering ingesteld. Zij heeft daarbij geconcludeerd dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. [appellant] op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) zal veroordelen om binnen vier weken na het door het hof in dit incident te wijzen arrest, althans binnen een door het hof in goede justitie te bepalen termijn, een afschrift van de navolgende bescheiden te verstrekken aan de gemeente:
- feitelijke gegevens van de desbetreffende leverancier met betrekking tot
1. het waterverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
2. het gasverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
3. het electriciteitsverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
4. het waterverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
5. het gasverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
6. het electriciteitsverbruik over de jaren 1998, 1999 en 2000 op het adres [adres] te [plaats];
II. [appellant] zal veroordelen tot een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan de vordering onder I te voldoen, zulks met een maximum van € 15.000,--, althans een door het hof in goede justitie te bepalen dwangsom;
subsidiair:
III. [appellant] op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) juncto artikel 22 Rv zal veroordelen tot openlegging van de hiervoor onder I punt 1 tot en met 5 bedoelde gegevens, binnen vier weken na het door het hof in dit incident te wijzen arrest, althans binnen een door het hof in goede justitie te bepalen termijn;
IV. [appellant] zal veroordelen tot een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan de vordering onder III te voldoen, zulks met een maximum van € 15.000,--, althans een door het hof in goede justitie te bepalen dwangsom;
meer subsidiair:
V. [appellant] zal bevelen om binnen twee weken na het door het hof in dit incident te wijzen arrest een ondertekende verklaring af te geven, inhoudende:
a) bekendmaking van de naam- en adresgegevens van de betreffende leveranciers voor respectievelijk gas, water en elektra op zowel het adres van de recreatiewoning aan de [adres] als op het adres [adres] te [plaats], en
b) dat [appellant] (ten aanzien van beide percelen) en [A] (ten aanzien van perceel [adres] te [plaats]) geen bezwaar hebben tegen verstrekking van de verbruiksgegevens over de jaren 1998, 1999 en 2000 van respectievelijk gas, water en elektra op beide percelen, en
c) dat [appellant] (ten aanzien van beide percelen) en [A] (ten aanzien van perceel [adres] te [plaats]) aan de gemeente volmacht geven voor het opvragen van de verbruiksgegevens over de jaren 1998, 1999 en 2000 van respectievelijk gas, water en elektra op beide percelen, bij de hiervoor onder a) bedoelde leveranciers;
VI. [appellant] zal veroordelen tot een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat hij in gebreke blijft aan de vordering onder III te voldoen, zulks met een maximum van € 15.000,--, althans een door het hof in goede justitie te bepalen dwangsom;
zowel primair als subsidiair als meer subsidiair:
VII. [appellant] zal veroordelen in de kosten van dit incident.