ECLI:NL:GHARN:2009:BJ8778
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- H.W. Koksma
- M.A.F. Cools-Weebers
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten van rechtsbijstand in hoger beroep ex artikel 591a Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verzoekschrift dat was ingediend door de appellant, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw. Het verzoek betrof de vergoeding van de eigen bijdrage in de kosten van rechtsbijstand, zoals bedoeld in artikel 35 van de Wet op de Rechtsbijstand, voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift en het hoger beroep. De appellant was eerder vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waardoor de strafzaak was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft vastgesteld dat de kosten van de raadsman, die zijn ontstaan na de beëindiging van de strafzaak, toch in directe samenhang staan met die strafzaak. Dit is in lijn met eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat dergelijke kosten ook onder de vergoeding vallen zoals bedoeld in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft de argumenten van de advocaat-generaal gehoord, die concludeerde tot vernietiging van de eerdere beschikking en tot toekenning van een vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De rechtbank had eerder een vergoeding van € 47,= toegekend, maar de raadsvrouw verzocht om een totale vergoeding van € 94,=, gezien de eigen bijdrage die in beide instanties was betaald. Het hof heeft echter geoordeeld dat, gezien de omstandigheden van de zaak en de wetgeving, de eigen bijdrage niet verschuldigd is wanneer de strafzaak eindigt zonder straf of maatregel. Daarom heeft het hof het verzoek van de appellant afgewezen en de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking had op de beslissing op het verzoek ex artikel 591a Sv.