ECLI:NL:GHARN:2009:BJ6751

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR: 1045-08
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening appelakte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2009 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een appellant tegen een beschikking van de rechtbank Utrecht van 1 april 2008. De appellant had een verzoek ingediend op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, maar stelde zijn hoger beroep te laat in. Volgens artikel 91 van het Wetboek van Strafvordering dient een gewezen verdachte binnen een maand na betekening van de beslissing van de rechtbank hoger beroep in te stellen. De rechtbank had de beslissing op het verzoek op 1 april 2008 genomen en deze was op 14 april 2008 aan de raadsman van de appellant betekend. De appellant had domicilie gekozen ten kantore van zijn raadsman, waardoor de betekening aan de raadsman als betekening aan de appellant werd beschouwd.

Het hof oordeelde dat de appellant binnen een maand na de betekening van de beslissing, dus voor 14 mei 2008, een appelakte had moeten indienen. De appellant heeft echter pas op 14 november 2008 een akte ingediend, wat te laat was. De indiening van een appelschriftuur door de raadsman op 25 april 2008, binnen de appeltermijn, kon niet in de plaats treden van de wettelijk vereiste appelakte. Hierdoor werd de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.

De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en de raadsheren in aanwezigheid van de griffier, en is ondertekend en uitgesproken tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
Pkn: 16/600630-07
Avnr: 1045-08
Het gerechtshof heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door:
[naam appellant]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
domicilie kiezende te [adres kantoor raadsman],
ten kantore van zijn raadsman,
hierna te noemen appellant.
Het hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank te Utrecht van 1 april 2008 voor zover houdende de beslissing op een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 18 mei 2009 de advocaat-generaal en appellant, bijgestaan door mr. [raadsman], advocaat te [plaatsnaam].
Het hof heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift van appellant, ingediend op 4 december 2007 ter griffie van de rechtbank te Utrecht;
- voormelde beschikking van de rechtbank;
- de op 25 april 2008 ter griffie van het hof ingekomen appelschriftuur;
- de akte van 14 november 2008 opgemaakt door de griffier van de rechtbank te Utrecht, waarbij namens appellant hoger beroep werd ingesteld tegen voormelde beschikking;
- de overige zich in het dossier bevindende stukken.
OVERWEGINGEN
1. Op grond van artikel 91 van het Wetboek van Strafvordering kan de gewezen verdachte binnen een maand na betekening van de beslissing van de rechtbank op een verzoek als bedoeld in artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering hoger beroep tegen die beslissing instellen. De rechtbank heeft op 1 april 2008 beslist op het verzoekschrift van appellant, welke beslissing op 14 april 2008 aan de raadsman in persoon is betekend. Nu appellant in zijn verzoekschrift domicilie heeft gekozen ten kantore van zijn raadsman, dient de betekening van de beslissing aan zijn raadsman te worden beschouwd als een betekening aan appellant als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Uit de artikelen 91, tweede lid, in verbinding met 449, eerste lid, en 451, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering volgt dat hoger beroep dient te worden ingesteld door middel van een door de griffier opgemaakte appelakte. Het een en ander betekent dat appellant binnen een maand na 14 april 2008 door middel van het doen opmaken van zo’n akte hoger beroep had moeten instellen. Hij heeft dit echter eerst gedaan op 14 november 2008. Het hoger beroep is aldus te laat ingesteld. Dat de raadsman van appellant op 25 april 2008 een appelschriftuur heeft ingediend, dus binnen de appeltermijn, leidt niet tot een ander oordeel nu deze niet in de plaats kan treden van de wettelijk vereiste appelakte. Appellant zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn hoger beroep.
BESCHIKKENDE
Het hof:
- Verklaart appellant niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs. E.A.K.G. Ruys, voorzitter,
E.H. Schulten en A.P. Besier, raadsheren, in tegenwoordigheid van
mr. M.E.B. Rasing, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 26 juni 2009.