ECLI:NL:GHARN:2009:BJ5371
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beding in pachtovereenkomst inzake schadeloosstelling bij onteigening
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een verpachter en een pachter over de uitleg van een pachtovereenkomst. De verpachter stelt dat partijen zijn overeengekomen dat de pachter in geval van onteigening de schadeloosstelling die hij ontvangt aan de verpachter moet afstaan. Het Gerechtshof Arnhem heeft zich ambtshalve de vraag gesteld of een dergelijk beding niet in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, zoals bedoeld in artikel 3:40 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof is voorlopig van oordeel dat het beding inderdaad nietig of vernietigbaar is. Het recht op schadeloosstelling bij onteigening is nauw verbonden met de bescherming van het eigendomsrecht, zoals vastgelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. De wetgeving, met name de artikelen 7:377 en 7:399 van het Burgerlijk Wetboek, ondersteunt de stelling dat een pachter niet kan worden verplicht om zijn schadeloosstelling af te staan aan de verpachter. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich over deze kwestie uit te laten, waarbij de verdere beslissing is aangehouden.