ECLI:NL:GHARN:2009:BI1576
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijstelling onroerendezaakbelasting voor diplomatiek personeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2003. De belanghebbende, een diplomatiek persoon, had een aanslag in de onroerendezaakbelastingen ontvangen van de gemeente Onderbanken voor het gebruik van een onroerende zaak aan de A-straat te Z. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de heffingsambtenaar de aanslag. De belanghebbende ging in beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het beroep ongegrond verklaarde. Echter, de Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem.
Tijdens de zitting op 1 april 2009 erkende de heffingsambtenaar dat de belanghebbende op basis van zijn verblijfsstatus recht had op vrijstelling van de onroerendezaakbelastingen, zoals vastgelegd in de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen. Het Hof concludeerde dat de aanslag niet in stand kon blijven en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar werd vernietigd en de belastingaanslag werd ongeldig verklaard. Tevens werd de gemeente Onderbanken gelast om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 37 te vergoeden.
De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het Hof heeft de belanghebbende en de heffingsambtenaar geïnformeerd over de procedure voor het instellen van beroep in cassatie, inclusief de vereisten voor het beroepschrift en de verschuldigde griffierechten.