ECLI:NL:GHARN:2009:BI1574

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-00270
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijstelling onroerendezaakbelasting voor diplomatiek personeel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 april 2009 uitspraak gedaan over de onroerendezaakbelasting (OZB) die aan belanghebbende, een diplomatiek persoon, was opgelegd voor het jaar 2003. De heffingsambtenaar van de gemeente Onderbanken had een aanslag opgelegd, welke na bezwaar door de heffingsambtenaar was gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat het beroep ongegrond verklaarde. Echter, de Hoge Raad vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem.

Tijdens de zitting op 1 april 2009 erkende de heffingsambtenaar dat belanghebbende recht had op vrijstelling van de onroerendezaakbelasting op basis van de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen. Het Hof oordeelde dat de aanslag niet in stand kon blijven en verklaarde het beroep gegrond. De uitspraak op bezwaar werd vernietigd en de belastingaanslag werd opgeheven. Tevens werd de gemeente Onderbanken gelast om het griffierecht van € 37 aan belanghebbende te vergoeden.

De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Het Hof heeft de partijen geïnformeerd over de vereisten voor het indienen van een cassatieberoep, waaronder het indienen van een afschrift van de uitspraak en het ondertekenen van het beroepschrift.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
eerste meervoudige belastingkamer
nummer 08/00270
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
Belanghebbende : X
Te : Z
Verweerder : de heffingsambtenaar van de gemeente Onderbanken (hierna: de heffingsambtenaar)
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar
Betreft : aanslag onroerendezaakbelasting 2003
Nummer : 23706
mondelinge behandeling : op 1 april 2009 te Arnhem
waarbij verschenen : de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar
gronden:
1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 wegens het gebruik van de onroerende zaak A-straat te Z een aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Onderbanken opgelegd. Deze aanslag is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de heffingsambtenaar gehandhaafd.
2. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, dat het beroep ongegrond heeft verklaard. Op het beroep in cassatie van belanghebbende heeft de Hoge Raad bij arrest van 6 juni 2008, nr. 43 789, de uitspraak van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem (hierna: het Hof).
3. In geschil is uitsluitend of belanghebbende voor het jaar 2003 terecht is aangeslagen in de onroerendezaakbelastingen.
4. Ter zitting heeft de heffingsambtenaar erkend dat belanghebbende op grond van haar verblijfsstatus ingevolge de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen recht heeft op vrijstelling van de onroerendezaakbelastingen wegens gebruik en daaruit de conclusie getrokken dat de onderhavige aanslag niet in stand kan blijven.
5. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.
proceskosten:
Belanghebbende heeft ter zitting verklaard geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten.
beslissing:
Het Gerechtshof:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de onderhavige belastingaanslag;
- gelast dat de gemeente Onderbanken aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van het beroep bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch gestorte griffierecht van € 37.
Aldus gedaan op 1 april 2009 door mr. J.A. Monsma, voorzitter, mr. J. van de Merwe en mr. A.J.H. van Suilen.
De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(A. Vellema) (J.A. Monsma)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.