ECLI:NL:GHARN:2009:261

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
28 juli 2009
Publicatiedatum
4 januari 2018
Zaaknummer
104.003.167
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake koop dressuurpony voor EK-niveau met deskundigenonderzoek en getuigenverhoren

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, betreft het een hoger beroep over de koop van een dressuurpony die bedoeld was voor wedstrijden op EK-niveau. De zaak is behandeld in de tweede civiele kamer van het hof en betreft de vraag of er sprake was van non-conformiteit of dwaling bij de aankoop van de pony. Het hof verwijst naar een eerder tussenarrest van 20 januari 2009, waarin werd besloten tot het horen van deskundigen. Op 19 mei 2009 vond een verhoor plaats van een door de rechtbank benoemde deskundige en vier partijdeskundigen. Na dit verhoor heeft de verzoekster bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van de instructie, omdat zij nog twee partijdeskundigen wilde laten horen. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling en heeft in een volgend arrest de mogelijkheid opengehouden om de verhoren van de partijdeskundigen voort te zetten.

In de verdere beoordeling heeft het hof vastgesteld dat het verhoor van partijdeskundigen kan bijdragen aan de bewijslevering. De verzoekster had eerder aangekondigd ook de vierde en vijfde partijdeskundigen te willen horen. Het hof heeft besloten het deskundigenverhoor te heropenen en deze deskundigen te laten horen door een raadsheer-commissaris. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om verhinderdagen op te geven en nieuwe bescheiden tijdig in te dienen. Het arrest is uitgesproken op 28 juli 2009 door de rechters A.W. Steeg, H.M. Wattendorff en Th.C.M. Willemse.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector civiel recht
zaaknummer 104.003.167
(zaaknummer rechtbank 109975)
arrest van de tweede civiele kamer van 28 juli 2009
inzake
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
tegen:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerder 1] ,
gevestigd te [woonplaats] ,
advocaat: mr. A. de Feijter,
2.
[verweerder 2],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P.J.M. van Wersch,
geïntimeerden.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof verwijst naar zijn tussenarrest van 20 januari 2009. Ingevolge dat tussenarrest heeft op 19 mei 2009 een verhoor van deskundigen plaatsgevonden: één door de rechtbank benoemde deskundige en vier partijdeskundigen. Aan het eind van die terechtzitting heeft het hof de zaak naar de rol van 16 juni 2009 verwezen voor opmerkingen naar aanleiding van het concept proces-verbaal. Het (definitieve) proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken. Daaraan zijn een c.v., een akte uitlating van [verzoekster] , opmerkingen namens [verweerder 2] en een akte van [verweerder 1] gehecht.
1.2
Op de rol van 16 juni 2009 heeft [verzoekster] in haar akte bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van de instructie. Bij faxbrief van 19 juni 2009 heeft (haar advocaat namens) [verzoekster] opnieuw bezwaar gemaakt tegen sluiting van de instructie op de grond dat zij ook na het verhoor van haar drie partijdeskundigen haar eerder aangekondigde, maar op 19 mei 2009 verhinderde vierde en vijfde partijdeskundigen ( [partijdeskundige 4] en [partijdeskundige 5] ) nog wil doen horen. Daartegen heeft (de advocaat van) [verweerder 1] bij faxbrief van diezelfde datum bezwaar gemaakt. De voorzitter heeft de zaak naar de rol verwezen voor recht op stukken met de later nuancerende toevoeging dat het hof in een volgend arrest kan beslissen over de verzochte voortzetting van verhoren van partijdeskundigen aan de zijde van [verzoekster] .
1.3
Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.

2.De verdere beoordeling in hoger beroep

2.1
De voorzitter heeft de rolverwijzing alsnog aldus genuanceerd dat het hof in een volgend arrest kan beslissen over de verzochte voortzetting van verhoren van partijdeskundigen aan de zijde van [verzoekster] . Het bezwaar daartegen van [verweerder 1] treft daarom geen doel.
2.2
Het in artikel 200 Rv. voorziene verhoor van partijdeskundigen kan bijdragen aan bewijslevering. Ruim vóór het deskundigenverhoor van 19 mei 2009 heeft [verzoekster] aangekondigd ook als partijdeskundigen [partijdeskundige 4] en [partijdeskundige 5] te willen doen horen. Daarom zal het hof het deskundigenverhoor heropenen voor hun verhoor. Nu het hof reeds meervoudig vijf deskundigen heeft gehoord, vindt het uit efficiencyoverwegingen aanleiding om de vierde en vijfde partijdeskundigen van [verzoekster] te laten horen door een raadsheer-commissaris.
2.3
Verder wordt iedere beslissing aangehouden.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
stelt [verzoekster] in de gelegenheid om naar aanleiding van het in het tussenarrest van 20 januari 2009 bevolen mondeling deskundigenverhoor alsnog haar partijdeskundigen [partijdeskundige 4] en [partijdeskundige 5] te doen horen door het tot raadsheer-commissaris benoemde lid van het hof mr. A.W. Steeg, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een nader door deze te bepalen dag en tijdstip;
bepaalt dat partijen de verhinderdagen van partijen en van hun advocaten en dat [verzoekster] tevens die van haar deskundigen in de maanden september tot en met december 2009 zullen opgeven op de
roldatum 11 augustus 2009, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld en in beginsel geen uitstel in verband met verhinderingen zal worden verleend;
bepaalt dat partijen, indien zij zich willen beroepen op nieuwe bescheiden, deze tijdig vóór de zitting aan de wederpartij en aan het hof dienen te verzenden, zodanig dat deze uiterlijk een week vóór de zitting kunnen zijn ontvangen;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.W. Steeg, H.M. Wattendorff en Th.C.M. Willemse, en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juli 2009.