ECLI:NL:GHARN:2008:BF7580
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Willekeurige afschrijving en verliesvaststelling in inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem, betreft het een geschil over de vaststelling van een verlies in de inkomstenbelasting voor het jaar 1997. De belanghebbende, X, had een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ontvangen, waarbij de inspecteur het verlies op ƒ 21.969 had vastgesteld. Na bezwaar en een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, werd de zaak in cassatie gebracht bij de Hoge Raad, die de uitspraak van het Gerechtshof vernietigde en de zaak verwees naar het Gerechtshof te ’s-Gravenhage. Dit hof verklaarde het beroep ongegrond, maar ook deze uitspraak werd door de Hoge Raad vernietigd, waarna de zaak opnieuw naar het Gerechtshof Arnhem werd verwezen.
Tijdens de zitting op 27 augustus 2008, waar beide partijen niet verschenen, werd vastgesteld dat partijen overeenstemming hadden bereikt over een willekeurige afschrijving van ƒ 159.832 en dat het verlies op ƒ 181.801 moest worden vastgesteld. Het Hof oordeelde dat er geen reden was om deze overeenstemming niet te volgen, en besloot dat het verlies onbeperkt verrekenbaar was. De uitspraak van de inspecteur werd vernietigd, en de verliesbeschikking werd gewijzigd in een te verrekenen verlies van € 82.497,70, waarvan een deel onbeperkt verrekenbaar was.
De beslissing van het Gerechtshof werd op 1 oktober 2008 openbaar uitgesproken. De proceskosten van de belanghebbende werden vastgesteld op € 322, te vergoeden door de Staat. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.