ECLI:NL:GHARN:2008:BF0496
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- H. Abbink
- R. van den Heuvel
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een ouder voor niet-naleving van de Leerplichtwet 1969 met betrekking tot inschrijving van kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 8 september 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Utrecht. De verdachte, een ouder, was beschuldigd van het niet voldoen aan de verplichting om zijn kinderen in te schrijven bij een school, zoals voorgeschreven door de Leerplichtwet 1969. De tenlastelegging betrof de periode van 10 januari 2006 tot en met 30 oktober 2006, waarin de verdachte, als degene die het gezag uitoefende over de jongeren, niet zou hebben voldaan aan zijn verplichtingen. De verdediging voerde aan dat de vervolging niet ontvankelijk moest worden verklaard, onder andere omdat het openbaar ministerie zijn bevoegdheid zou misbruiken door ouders te vervolgen voor het reguleren van particulier onderwijs.
Het hof heeft de argumenten van de verdediging overwogen en geconcludeerd dat het openbaar ministerie redelijkerwijs kon menen dat de ouders niet voldaan hadden aan hun verplichtingen op grond van de Leerplichtwet. De verdediging stelde dat de instelling waar de jongeren waren ingeschreven, niet als school kon worden aangemerkt, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat deze instelling geen school was in de zin van de wet. Het hof benadrukte dat de Leerplichtwet als normadressaat de leerplichtigen en hun ouders heeft en dat de wetgeving niet concreet definieert wat een 'school' is.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat er onvoldoende wettig bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke criteria voor particuliere scholen en de rol van het openbaar ministerie in het handhaven van de leerplicht.