ECLI:NL:GHARN:2008:BD9749
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- N.E. Haas
- J.A. Monsma
- F.J.P.M. Haas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de aftrekbaarheid van kosten van bewindvoering als uitgaven wegens ziekte in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de aftrekbaarheid van kosten van bewindvoering als uitgaven wegens ziekte in de inkomstenbelasting aan de orde is. Belanghebbende, geboren op 17 maart 1981 en ontvanger van een Wajong-uitkering, heeft in 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, berekend op een belastbaar inkomen van € 10.732. De kosten van bewindvoering, die door zijn bewindvoerder zijn opgegeven als uitgaven wegens ziekte, zijn door de inspecteur niet in aftrek toegelaten. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2008 heeft belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, zijn standpunt toegelicht. Hij stelt dat de kosten van bewindvoering, hoewel niet letterlijk onder de wetgeving als uitgaven wegens ziekte aangemerkt, op grond van het gelijkheidsbeginsel toch als zodanig moeten worden beschouwd. De inspecteur daarentegen is van mening dat deze kosten niet als buitengewone uitgaven kunnen worden aangemerkt, ook niet via het gelijkheidsbeginsel.
Het Gerechtshof Arnhem heeft in zijn uitspraak van 4 juli 2008 geoordeeld dat de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij het bepalen van welke kosten als uitgaven wegens ziekte kunnen worden aangemerkt. Het Hof concludeert dat de kosten van bewindvoering niet in dezelfde categorie vallen als uitgaven voor extra gezinshulp, die wel als buitengewone uitgaven worden erkend. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Tevens wordt er geen kostenveroordeling uitgesproken, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een dergelijke veroordeling. Belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.