ECLI:NL:GHARN:2008:BC8277

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
25 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR 680-07
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vergoeding ex artikel 89 Sv na vrijspraak van poging tot diefstal in vereniging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 maart 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot vergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker was eerder vrijgesproken van twee pogingen tot diefstal in vereniging. Tijdens het opsporingsonderzoek had de verzoeker verklaard dat hij had geprobeerd twee tasjes te trekken, terwijl zijn medeverdachte bevestigde dat de verzoeker twee keer had geprobeerd een tas te pakken, maar dat dit niet was gelukt. De advocaat-generaal concludeerde ter zitting tot toewijzing van de gevraagde vergoeding, maar het hof oordeelde dat er geen gronden van billijkheid aanwezig waren om een vergoeding toe te kennen aan de verzoeker. Het hof overwoog dat, gezien de verklaringen van de verzoeker en zijn medeverdachte, er geen aanleiding was om af te wijken van de standaardprocedure voor het toekennen van vergoedingen. Het verzoek werd dan ook afgewezen. De beslissing werd genomen in een openbare zitting, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De beschikking werd ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken in de openbare zitting.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
zitting houdende te Arnhem
Pkn: 21-000257-06
Avnr: 000680-07
Het hof heeft gezien het op 17 juli 2007 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van:
[naam verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
domicilie kiezende te [plaats], [straat], ten kantore van zijn raadsman,
hierna te noemen verzoeker,
ingediend door mr. [naam raadsman], advocaat te [plaatsnaam], strekkende tot toekenning van een vergoeding ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering ter zake van schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis, alsmede schade als gevolg van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 25 februari 2008 de advocaat-generaal en namens verzoeker mr. [naam raadsman] voornoemd.
Verzoeker is hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen.
Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken, waaronder de conclusie van de advocaat-generaal.
OVERWEGINGEN
1. Bij in kracht van gewijsde gegaan arrest van het hof van 27 juni 2007 is verzoeker vrijgesproken van het hem onder 1 en 2 tenlastegelegde. De zaak is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
2. Het verzoekschrift is tijdig ingediend en is in zoverre ontvankelijk.
3. De advocaat-generaal heeft ter zitting geconcludeerd tot toewijzing van de gevraagde vergoeding.
4. De raadsman heeft gepersisteerd bij het verzoek met dien verstande dat bij de berekening van de duur van de voorlopige hechtenis geen aansluiting dient te worden gezocht bij de wijze waarop in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht de aftrek van voorarrest is geregeld, maar dat uitgegaan dient te worden van hele dagen.
5. Op grond van het bepaalde in artikel 89 en verder van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter aan de gewezen verdachte, in het geval de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten, en de rechter daarvoor – alle omstandigheden in aanmerking genomen – gronden van billijkheid aanwezig acht, een vergoeding toekennen voor schade die hij heeft geleden ten gevolge van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis.
6. Verzoeker is vervolgd wegens – kort samengevat – tweemaal poging tot diefstal in vereniging. Hij heeft tijdens het opsporingsonderzoek verklaard dat hij heeft geprobeerd twee tasjes te trekken. Zijn medeverdachte heeft verklaard dat verzoeker twee maal heeft getracht een tas te pakken, maar dat dit niet is gelukt. Gelet op deze verklaringen acht het hof geen gronden van billijkheid aanwezig om aan verzoeker een vergoeding toe te kennen, zodat het verzoek zal worden afgewezen.
BESCHIKKENDE
Het hof:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs. E.A.K.G. Ruys, voorzitter, A. van Waarden en A.W.M. Elders, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. N.M.H. van Ek, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 maart 2008.