ECLI:NL:GHARN:2008:BC8014
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.M. van Schie
- M.C.M. de Kroon
- J. van de Merwe
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van kosten van vertegenwoordiging in de inkomstenbelasting voor jonggehandicapte in zorginstelling
In deze zaak gaat het om de aftrekbaarheid van kosten van vertegenwoordiging door een jonggehandicapte, die in een zorginstelling woont, in de inkomstenbelasting. De belanghebbende, geboren in 1969, heeft voor het jaar 1998 een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen, berekend naar een belastbaar inkomen van ƒ 22.187. Na bezwaar is deze aanslag verminderd tot ƒ 22.027. De belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst, die de aanslag handhaafde. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof Arnhem voor verdere behandeling.
Tijdens de zitting op 6 februari 2008 heeft de belanghebbende kosten van vertegenwoordiging opgevoerd, die hij in aftrek wilde brengen als buitengewone lasten. Het Hof heeft vastgesteld dat de kosten, die onder andere bestonden uit lidmaatschapskosten van een cliëntenvereniging en reiskosten voor deelname aan vergaderingen, niet in rechtstreeks verband staan met het verkrijgen van geneeskundige hulp. Het Hof oordeelt dat deze uitgaven niet kunnen worden aangemerkt als uitgaven ter zake van ziekte en invaliditeit, zoals bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Het Hof concludeert dat de door belanghebbende gedane uitgaven niet als buitengewone lasten in aftrek behoren te worden toegelaten. De beslissing van het Hof is dat de aanslag in de inkomstenbelasting wordt gehandhaafd zoals deze luidt na de ambtshalve beschikking van de Inspecteur. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 maart 2008.