ECLI:NL:GHARN:2008:BC5100

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
700856
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Hermans
  • M.J. van der Meer
  • A. Peper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van een echtgenoot in een gemeenschap van goederen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een bouwbedrijf om verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag op de onverdeelde helft van een woning, die deel uitmaakt van de huwelijksgemeenschap van de geïntimeerde en haar echtgenoot. De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder, op 31 oktober 2007, dit verzoek afgewezen voor zover het betrekking had op de geïntimeerde. Het hof oordeelt dat de afwijzing van het gevraagde verlof geen steun in het recht vindt. Volgens de artikelen 1:95 en 1:96 van het Burgerlijk Wetboek kunnen zowel gemeenschapsschulden als privé-schulden van een van de echtgenoten worden verhaald op de goederen van de gemeenschap. Het hof stelt vast dat het niet relevant is dat de geïntimeerde zelf geen schuldenaar is voor de vordering waarvoor beslag wordt gelegd, aangezien beslag kan worden gelegd op goederen die tot de gemeenschap behoren en mede op haar naam staan.

Het hof verleent daarom alsnog verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de onverdeelde helft van de woning, die kadastraal bekend is als sectie B nummer 2385, groot 13 are en 11 centiare. Het hof vernietigt de eerdere beschikking voor zover deze het verlof ten laste van de geïntimeerde weigerde en stelt het bedrag waarvoor het verlof wordt verleend op € 940.000,-, inclusief rente en kosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren. De zaak is behandeld ter zitting op 20 februari 2008, waarbij de advocaat van het bouwbedrijf de zaak heeft toegelicht, terwijl de geïntimeerde niet is verschenen.

Uitspraak

Beschikking d.d. 22 februari 2008
Rekestnummer 0700856
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Beschikking in de zaak van
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[het bouwbedrijf],
gevestigd en kantoorhoudende te Emmeloord,
appellante,
hierna te noemen: [het bouwbedrijf],
procureur mr. L. Paulus,
advocaat mr. M. Ynzonides en M. Mak,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats geïntimeerde],
geïntimeerde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
niet verschenen.
Het geding in eerste aanleg
Op 31 oktober 2007 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, -voor zover hier van belang- afgewezen het verzoek van [het bouwbedrijf] om aan haar verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [geïntimeerde] op de aan haar toebehorende onverdeelde helft in de woning met erf en tuin staande en gelegen te [woonplaats geïntimeerde], plaatselijk bekend [adres], kadastraal bekend gemeente [woongemeente geïntimeerde], sectie B nummer 2385, groot 13 are en 11 centiare (hierna: de woning).
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 13 december 2007, heeft [het bouwbedrijf] verzocht de beschikking van 31 oktober 2007 te vernietigen voor zover daarbij het verzochte verlof is afgewezen en opnieuw beslissende (i) alsnog verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [geïntimeerde] op de aan haar toebehorende onverdeelde helft in de woning (ii) de vordering waarvoor het beslag wordt gelegd te begroten op € 940.000,- (iii) te bepalen dat de eis in de hoofdzaak wordt ingesteld binnen 21 dagen na het beslag en (iv) de beschikking houdende het verlof op alle dagen en uren uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken.
Ter zitting van 20 februari 2008 is de zaak behandeld. Mr. Mak heeft de zaak toegelicht. [geïntimeerde] is niet verschenen.
De beoordeling
1. [geïntimeerde] en [de echtgenoot] (hierna: [de echtgenoot]) zijn in algemene gemeenschap van goederen gehuwd en tot deze huwelijksgemeenschap behoort de woning.
2. [het bouwbedrijf] heeft zich op 31 oktober 2007 gewend tot de voorzieningenrechter met het verzoek verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van -onder meer- [de echtgenoot] en [geïntimeerde] op de onverdeelde helft van de aan ieder van hen toekomende woning. Bij de beroepen beschikking is, kort gezegd en voor zover hier van belang, het verlof tot het leggen van beslag ten laste van [de echtgenoot] verleend en ten laste van [geïntimeerde] geweigerd. In hoger beroep verzoekt [het bouwbedrijf], kort gezegd, alsnog verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [geïntimeerde].
3. Uit het beroepschrift en de behandeling ter zitting is gebleken dat door [het bouwbedrijf] inmiddels conservatoir beslag is gelegd op het onverdeeld aandeel van [de echtgenoot] in de woning en dat tegen [de echtgenoot] inmiddels ook de eis in de hoofdzaak is ingediend.
4. Naar het oordeel van het hof vindt de afwijzing van het gevraagde verlof tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van [geïntimeerde] geen steun in het recht. Ingevolge het bepaalde in de artikelen 1:95, eerste lid, en 1:96, eerste lid, BW kunnen gemeenschapsschulden respectievelijk privé-schulden van een van de echtgenoten worden verhaald op de goederen van de gemeenschap. Dat [geïntimeerde] zelf geen schuldenaar is met betrekking tot de vordering waarvoor beslag wordt gelegd, staat niet eraan in de weg dat beslag wordt gelegd te haren laste op tot de gemeenschap behorende goederen die mede op haar naam staan. Dit brengt mee dat het verlof tot het leggen van conservatoir beslag op de van de huwelijksgemeenschap van [de echtgenoot] en [geïntimeerde] deeluitmakende woning (mede) ten laste van [geïntimeerde] kan worden verleend.
5. De tweede grief is ter zitting in hoger beroep ingetrokken en deze behoeft daarom geen nadere bespreking.
6. Het hof zal -om redenen van doelmatigheid- beslissen als na te melden.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep voorzover daarbij is aangetekend dat het verlof niet geldt voor het beslag ten laste van [geïntimeerde];
en in zoverre opnieuw beslissende:
verleent verlof tot het leggen van conservatoir beslag (mede) ten laste van [geïntimeerde] op de aan haar toebehorende onverdeelde helft in de woning met erf en tuin staande en gelegen te [woonplaats geïntimeerde], plaatselijk bekend [adres], kadastraal bekend gemeente [woongemeente geïntimeerde], sectie B nummer 2385, groot 13 are en 11 centiare;
stelt het bedrag waarvoor het verlof wordt verleend (met inbegrip van rente en kosten) op € 940.000,- (viermiljoennegenhonderdveertig duidend euro);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren.
Aldus gegeven door mrs. Hermans, voorzitter, Van der Meer en Peper, raden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van vrijdag 22 februari 2008 in bijzijn van de griffier.