ECLI:NL:GHARN:2007:BE8955
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding voor rechtsbijstand aan vader en zoon in strafzaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 19 februari 2007, hebben verzoekers, een vader en zoon, gezamenlijk een verzoek ingediend voor vergoeding van kosten van rechtsbijstand. Beide verzoekers zijn ter zake van hetzelfde feitencomplex vervolgd en hebben zich laten bijstaan door dezelfde raadsvrouw. Gezien de verwevenheid van hun verzoeken heeft het hof besloten om in één beschikking te oordelen. De kosten van rechtsbijstand zijn volledig ten laste van verzoeker 1 gekomen, en het hof heeft daarom de vergoeding enkel aan hem toegewezen.
De zaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, en de verzoekschriften zijn tijdig ingediend. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verzoekers gehoord in een openbare raadkamer. De advocaat-generaal heeft zijn eerdere conclusies gehandhaafd, terwijl de raadsvrouw het verzoek voor reiskosten heeft aangepast. Het hof heeft vastgesteld dat de gevraagde reiskosten voor het bijwonen van de behandelingen door de rechtbank en het hof toewijsbaar zijn.
De verzoeker 1 heeft een vergoeding gevraagd voor tijdsverzuim, maar dit verzoek is afgewezen omdat er geen aantoonbare inkomstenderving was. Evenzo is het verzoek van verzoeker 2 voor tijdsverzuim afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De kosten van rechtsbijstand, die op € 4.761,19 zijn vastgesteld, zijn op billijkheidsgronden toegewezen aan verzoeker 1. Het hof heeft ook een vergoeding van € 540,- voor de indiening en behandeling van de verzoekschriften toegewezen. Uiteindelijk heeft het hof verzoeker 1 een totale vergoeding van € 5.355,07 toegekend, en het meer of anders verzochte is afgewezen.