ECLI:NL:GHARN:2007:BE8954

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
22 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR: 11097
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schadevergoeding na inverzekeringstelling van politieagent

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 22 januari 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een schadevergoeding verzocht na zijn inverzekeringstelling. De rechtbank Arnhem had eerder op 15 maart 2006 besloten dat de appellant recht had op een schadevergoeding van € 475,-, maar het verzoek om een hogere vergoeding werd afgewezen. De appellant, werkzaam als politieagent, stelde dat de inverzekeringstelling een grote impact op hem had gehad en dat hij recht had op een hogere schadevergoeding dan het forfaitaire bedrag. Het hof heeft de zaak behandeld in een openbare raadkamer op 18 december 2006, waar de advocaat-generaal en de appellant, bijgestaan door zijn raadsvrouw, aanwezig waren.

Het hof oordeelde dat de inverzekeringstelling, hoewel ingrijpend, niet meer impact had op de appellant dan op een ieder die deze procedure ondergaat. De appellant was van 16 tot 21 februari 2005 in verzekering gesteld, wat resulteerde in een totale schadevergoeding van € 475,-, bestaande uit € 350,- voor de dagen in verzekering en € 125,- voor de dagen in een politiecel. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om een hogere schadevergoeding af, met de overweging dat de impact van de inverzekeringstelling voor de appellant niet groter was dan voor anderen in vergelijkbare situaties. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en de raadsheren, en de griffier was aanwezig bij de ondertekening van de beschikking.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE ARNHEM
Pkn: 05-930048-05
Avnr: 11097
Het gerechtshof Arnhem heeft te beslissen op het hoger beroep ingesteld door
[naam appellant],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende te [verblijfsplaats appellant],
domicilie kiezende te [adres kantoor raadsman],
hierna te noemen appellant.
Het hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Arnhem van 15 maart 2006 houdende de beslissing op een verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 18 december 2006 de advocaat-generaal en appellant, bijgestaan door mr [naam raadsvrouw], advocaat te [plaatsnaam].
Het hof heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift van appellant, ingediend op 30 september 2005 ter griffie van de rechtbank Arnhem door voornoemde mr [naam raadsvrouw];
- het proces-verbaal van de behandeling van het verzoek door de rechtbank;
- voormelde beschikking van de rechtbank;
- de akte van 3 mei 2006 opgemaakt door de griffier van de rechtbank te Arnhem, waarbij namens appellant hoger beroep werd ingesteld tegen voormelde beschikking;
- de overige zich in het dossier bevindende stukken.
OVERWEGINGEN
1. Het hoger beroep is tijdig ingesteld. Appellant kan in zoverre daarin worden ontvangen.
2. Bij de beschikking waarvan beroep heeft de rechtbank beslist dat op de voet van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering een schadevergoeding kan worden toegekend ten bedrage van € 475,-, waarbij het verzoek tot een hogere vergoeding dan het forfaitaire bedrag is afgewezen.
3. Namens appellant is als grief tegen de beschikking van de rechtbank aangevoerd dat ten onrechte geen hogere vergoeding dan de forfaitaire bedragen is toegekend. De inverzekeringstelling heeft een grote impact op appellant gehad. Ook is de inverzekeringstelling voor appellant, die werkzaam was als politieagent, heel aangrijpend geweest. Voor het overige heeft de raadsvrouw van appellant volhard bij hetgeen in het inleidend verzoekschrift is aangevoerd en verzocht.
4. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing waarvan beroep.
5. Op grond van het bepaalde in artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter aan de gewezen verdachte, in het geval de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten, een vergoeding toekennen voor schade die hij heeft geleden ten gevolge van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. Naar het oordeel van het hof doet zich een dergelijke situatie hier voor.
6. Appellant is op 16 februari 2005 in verzekering gesteld. De inverzekeringstelling is geëindigd op 21 februari 2005. Derhalve heeft appellant 5 dagen in verzekering doorgebracht. Deze dagen heeft hij in een politiecel verbleven.
7. Het hof ziet geen aanleiding om een hogere vergoeding toe te kennen dan de gebruikelijke forfaitaire vergoeding. Het hof overweegt dat de inverzekeringstelling een grote impact heeft op een ieder die deze moet ondergaan. Het enkele feit dat appellant ten tijde van de inverzekeringstelling werkzaam was als politieagent, maakt de impact van de inverzekeringstelling voor appellant niet groter dan voor een ieder die deze moet ondergaan.
8. Het hof zal aan appellant een vergoeding toekennen van € 70,= per dag in verzekering doorgebracht en daarboven € 25,= per dag doorgebracht op het politiebureau. Aan appellant kan derhalve worden toegekend:-
- 5 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht € 350,-
- 5 dagen in een politiecel verbleven € 125,-
totaal € 475,-
9. Nu de rechtbank aldus op juiste gronden heeft beslist, dient de beslissing waarvan beroep bevestigd te worden.
BESCHIKKENDE
Het hof:
- bevestigt de beslissing waarvan beroep.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs E.A.K.G. Ruys, voorzitter,
A.E. Harteveld en A. van Waarden, raadsheren, in tegenwoordigheid van
B.J. Berendsen, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 januari 2007.