ECLI:NL:GHARN:2007:BD9571
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Hogere vergoeding voor langdurige vrijheidsbeneming in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 16 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Utrecht van 21 september 2006. De appellant, die in verband met een strafzaak in voorlopige hechtenis was genomen, verzocht om een hogere schadevergoeding dan de gebruikelijke forfaitaire vergoeding van € 10.000, die door de rechtbank was toegekend. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant 60 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en dat deze langdurige vrijheidsbeneming, gezien zijn leeftijd en de omstandigheden van het opsporingsonderzoek, zwaardere gevolgen heeft gehad dan voor andere verdachten in vergelijkbare situaties. Het hof heeft de advocaat-generaal gehoord, die concludeerde tot bevestiging van de beschikking van de rechtbank, maar het hof oordeelde anders. Het hof heeft geoordeeld dat de bijzondere omstandigheden van het geval aanleiding geven om een hogere vergoeding toe te kennen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en aan de appellant een schadevergoeding van € 12.000 toegekend, wat neerkomt op € 200 per dag voor de dagen in verzekering en voorlopige hechtenis. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is uitgesproken tijdens een openbare zitting.