ECLI:NL:GHARN:2006:BG6049
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- A.E. Harteveld
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring in verzoek ex artikel 591a Wetboek van Strafvordering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 juni 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die niet-ontvankelijk was verklaard in zijn verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering door de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 24 januari 2006 beslist dat appellant niet-ontvankelijk was in zijn verzoek, wat appellant betwistte. Hij voerde aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld en dat de beschikking vernietigd diende te worden. De advocaat-generaal concludeerde tot bevestiging van de beschikking van de rechtbank. Het hof oordeelde dat de verdenking van diefstal met geweld, die had geleid tot de intrekking van de dagvaarding, en de daaropvolgende veroordeling voor een ander feit, als één zaak moesten worden beschouwd. Dit was in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad, die stelt dat de grenzen van een zaak worden bepaald door de inleidende dagvaarding en dat wijzigingen in de tenlastelegging mogelijk zijn. Het hof concludeerde dat de zaak niet was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, en verklaarde appellant niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beschikking van de rechtbank werd bevestigd, waarmee het hof de eerdere beslissing handhaafde.