ECLI:NL:GHARN:2006:BG6046
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- A.G. Coumans
- E. van der Herberg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vergoeding voor schade door voorlopige hechtenis en publiciteitsschade
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 augustus 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een vergoeding verzocht voor schade als gevolg van zijn voorlopige hechtenis en publiciteitsschade. Appellant was op 1 juni 2004 in verzekering gesteld en heeft drie dagen in een politiecel doorgebracht. De rechtbank Almelo had eerder een vergoeding van € 285,- toegekend, maar appellant voerde aan dat deze vergoeding onvoldoende was en dat de rechtbank de publiciteitsschade, extra vergoeding voor gederfde inkomsten en ideële schade niet had meegenomen. De advocaat-generaal concludeerde tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank.
Het hof overwoog dat op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering een vergoeding kan worden toegekend aan een gewezen verdachte in gevallen waarin de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf. Het hof oordeelde dat de gestelde schade niet zozeer het gevolg was van de ondergane verzekering, maar van de verdenking en vervolging ter zake van het strafbare feit. Daarom werd er geen hogere vergoeding voor publiciteitsschade en extra kosten van de personenauto toegekend, omdat onvoldoende bewijs was geleverd voor een causaal verband.
Echter, het hof erkende dat appellant als politieambtenaar bijzondere omstandigheden had die aanleiding gaven voor een hogere vergoeding dan gebruikelijk. Uiteindelijk werd aan appellant een vergoeding van € 570,- toegekend voor de drie dagen in verzekering, wat neerkomt op € 190,- per dag. De beschikking van de rechtbank werd vernietigd en het hof gelastte de griffier om het bedrag over te maken op een door appellant op te geven rekening.