ECLI:NL:GHARN:2006:BE9329

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
1 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR: 10375
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 augustus 2006 uitspraak gedaan over een verzoek tot vergoeding van schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. Verzoeker, die op 28 april 2004 in verzekering is gesteld, heeft 71 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 1 dag in een politiecel. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 70 per dag voor de dagen in voorlopige hechtenis en € 25 voor de dag in de politiecel, wat resulteert in een totaalbedrag van € 4.995. De advocaat-generaal heeft eerder schriftelijk geconcludeerd dat verzoeker geen recht heeft op vergoeding wegens het beëindigen van de uitkering van de sociale dienst als gevolg van zijn detentie, omdat hij in die periode geen kosten van levensonderhoud heeft gehad.

Het hof heeft het verzoekschrift ontvankelijk verklaard en geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om een vergoeding toe te kennen, aangezien de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De raadsvrouw van verzoeker heeft gepersisteerd bij het verzoek, en het hof heeft de overige stukken in het procesdossier in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof besloten om de gevraagde vergoeding toe te kennen, maar heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De griffier is opgedragen om het toegekende bedrag over te maken op een door verzoeker op te geven rekening.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Zittinghoudende te Arnhem
Pkn: 21-005812-04
Avnr: 10375
Het hof heeft gezien het op 13 januari 2006 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van mr [naam raadsman A], advocaat te [plaatsnaam], namens,
[naam verzoeker],
geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],
wonende te [adres verzoeker],
hierna te noemen verzoeker,
strekkende tot toekenning van een vergoeding ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering ter zake van schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 6 juni 2006 de advocaat-generaal en de raadsvrouw van verzoeker, mr [naam raadsvrouw B], advocaat te [plaatsnaam].
Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken, waaronder de conclusie van de advocaat-generaal.
OVERWEGINGEN
1. Bij in kracht van gewijsde gegaan arrest van het hof van 20 oktober 2005 is verzoeker vrijgesproken van het hem telastegelegde. De zaak is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
2. Het verzoekschrift is tijdig ingediend en is in zoverre ontvankelijk.
3. De advocaat-generaal heeft volhard bij zijn eerdere schriftelijke conclusie van
23 februari 2006.
4. De raadsvrouw heeft gepersisteerd bij het verzoek.
5. Op grond van het bepaalde in artikel 89 en verder van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter aan de gewezen verdachte, in het geval de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten, en de rechter daarvoor – alle omstandigheden in aanmerking genomen – gronden van billijkheid aanwezig acht, een vergoeding toekennen voor schade die hij heeft geleden ten gevolge van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. Een dergelijk geval doet zich hier voor.
6. Verzoeker is op 28 april 2004 in verzekering gesteld. Vervolgens is op 29 april 2004 de bewaring ingegaan en daarop volgend is zijn gevangenhouding bevolen. De voorlopige hechtenis is opgeheven op 8 juli 2004.
Derhalve heeft appellant 71 dagen in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht. Van deze dagen heeft hij 1 dag in een politiecel doorgebracht.
7. Het hof zal aan verzoeker een vergoeding toekennen van € 70,= per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht en daarboven € 25,= per dag doorgebracht op het politiebureau en / of in beperkingen.
8. Het hof is van oordeel dat er geen redenen zijn om aan verzoeker een vergoeding toe te kennen wegens het beëindigen van de uitkering van de sociale dienst als gevolg van zijn detentie. Verzoeker heeft in die periode voor zichzelf geen kosten van levensonderhoud gehad.
9. Met inachtneming van het bovenstaande kan aan verzoeker worden toegekend:-
- 71 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht € 4.970,=
- 1 dag in een politiecel verbleven € 25,=
Totaal € 4.995,=
BESCHIKKENDE
Het hof:
- kent aan verzoeker toe op gronden als hiervoor omschreven een vergoeding uit ’s Rijks kas ten bedrage van € 4.995 (zegge: vierduizend negenhonderdvijfennegentig euro) en gelast de tenuitvoerlegging daarvan;
- wijst af het meer of anders verzochte;
- beveelt de griffier om bovenstaand bedrag over te maken op een nader door verzoeker op te geven bank- of girorekening.
Deze beschikking is gegeven te Arnhem door mrs E.A.K.G. Ruys, voorzitter,
A.G. Coumans en E. van den Herberg, raadsheren, in tegenwoordigheid van
J.R.M. Roetgerink, griffier, ondertekend door de voorzitter, zijnde de griffier buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 augustus 2006.