ECLI:NL:GHARN:2006:AY3580
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.M. de Kroon
- A.M. van Amsterdam
- J.A. Monsma
- Rechtspraak.nl
Waardedruk bij zelfbewoning van onroerende zaken in het kader van inkomstenbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 juni 2006 uitspraak gedaan over de waardedruk die van toepassing is op onroerende zaken in het kader van de inkomstenbelasting. De belanghebbende, een rundveehouder, heeft zijn eenmanszaak op 31 december 2000 gestaakt, waarna de onroerende zaken overgingen naar zijn privé-vermogen. De waarde van het geheel werd vastgesteld op € 325.000. Bij de taxatie werd een waardedruk van 28% toegepast op de waarde van de eigen woning en het woonerf, conform een besluit van de staatssecretaris van Financiën. De Inspecteur van de Belastingdienst heeft echter deze waardedruk niet toegestaan op de bedrijfsgebouwen en de bijbehorende grond, wat leidde tot een geschil.
Het Hof heeft vastgesteld dat de waardedruk wegens zelfbewoning alleen van toepassing is op de eigen woning en de daarbij behorende grond, en niet op de bedrijfsgebouwen. Dit is gebaseerd op het feit dat de bedrijfsgebouwen na de overgang naar het privé-vermogen direct en in volle omvang in gebruik konden worden genomen. De taxateurs hebben de onroerende zaken als een complex gewaardeerd, waarbij de verkoopwaarde als geheel hoger was dan de verkoopwaarde van de afzonderlijke onderdelen. Het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er onvoldoende rekening is gehouden met de waardedrukkende omstandigheden.
De uitspraak van het Hof verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, en er zijn geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.