ECLI:NL:GHARN:2006:AY3567
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van hypotheekrenteaftrek na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 14 juni 2006 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1996 en 1997. De belanghebbende, aangeduid als X, had eerder aanslagen ontvangen die waren berekend op een belastbaar inkomen van ƒ 155.000, met een verhoging van ƒ 1000 wegens niet-tijdige aangifte. Na bezwaar had de Inspecteur de aanslagen verminderd, maar de bezwaren van belanghebbende werden niet-ontvankelijk verklaard. Hierop volgde een beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de beroepen ongegrond verklaarde. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, omdat het eerdere hof onvoldoende had gemotiveerd dat belanghebbende niet aan zijn bewijslast had voldaan. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof Arnhem voor verdere behandeling.
Na verwijzing heeft de Inspecteur zijn standpunt ingenomen dat belanghebbende niet overtuigend had aangetoond dat de aanslagen te hoog waren vastgesteld. Tijdens de zitting heeft de Inspecteur echter zijn standpunt aangepast en aangegeven dat het belastbare inkomen over 1996 met ƒ 12.553 en over 1997 met ƒ 23.910 moest worden verminderd, in verband met aftrekbare kosten van de eigen woning. Het Hof heeft de Inspecteur gevolgd in zijn standpunt en heeft geoordeeld dat belanghebbende voor deze posten geslaagd was in zijn bewijslast. Het belastbare inkomen werd vastgesteld op ƒ 141.281 voor 1996 en ƒ 130.075 voor 1997.
Het Hof heeft verder geoordeeld dat de proceskosten van belanghebbende door de Inspecteur vergoed moesten worden. De uitspraak is openbaar gemaakt en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.