ECLI:NL:GHARN:2005:BD5249
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- H.Y. Buyne
- A.G. Coumans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beschikking rechtbank Arnhem inzake verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 7 november 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen een beschikking van de rechtbank Arnhem van 10 december 2004. De rechtbank had verzoekster ontvankelijk verklaard in haar verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en had haar een vergoeding toegekend voor de indiening en behandeling van het verzoekschrift. Verzoekster had haar verzoek anoniem ingediend en haar personalia niet bekendgemaakt. De officier van justitie was van mening dat verzoekster ten onrechte ontvankelijk was verklaard, omdat zij haar identiteit niet had prijsgegeven en het verzoekschrift niet door haar was ondertekend. Het hof heeft de zaak behandeld in openbare raadkamer op 30 mei en 14 september 2005, waarbij de advocaat-generaal en verzoekster, bijgestaan door haar raadsman, aanwezig waren.
Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster op 8 mei 2004 als verdachte is aangehouden en dat zij tijdens het politieverhoor heeft geweigerd haar personalia op te geven. Het hof heeft door vergelijking met een foto in het proces-verbaal van de politie kunnen vaststellen dat verzoekster degene is die als anonieme verdachte is aangehouden. Het hof oordeelt dat een verdachte die zijn identiteit niet bekend wenst te maken, desalniettemin kan worden vervolgd, maar dat hij in dat geval zijn persoonsgegevens moet bekendmaken om ontvankelijk te zijn in een verzoek. Het hof heeft geconcludeerd dat verzoekster, door haar identiteit niet bekend te maken, niet ontvankelijk kan worden verklaard in haar verzoek om schadevergoeding.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep gegrond verklaard, de beschikking van de rechtbank vernietigd en verzoekster alsnog niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek ex artikel 591a Sv. Deze uitspraak benadrukt het belang van het bekendmaken van persoonsgegevens in het kader van strafprocedures, ook wanneer een verdachte anoniem wenst te blijven.