ECLI:NL:GHARN:2005:AU1966
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- C.E. te Brake
- Rechtspraak.nl
Belastingplichtigheid voor verontreinigingsheffing bij verhuurde etage
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 juli 2005 uitspraak gedaan over de verontreinigingsheffing die is opgelegd aan de eigenaar van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z. De eigenaar, belanghebbende, was in geschil met de ambtenaar belast met de heffing van de waterschapsbelasting van het waterschap Rijn en IJssel over de vraag of hij als gebruiker van de eerste etage van het pand belastingplichtig was voor de verontreinigingsheffing in de jaren 2000 tot en met 2003. De eerste etage was in gebruik als woonruimte, maar de ambtenaar beschouwde deze als bedrijfsruimte voor kamerhuur. Belanghebbende stelde dat de eerste etage in die jaren een woonruimte was en dat de huurder belastingplichtig was, niet hijzelf.
Het Hof heeft vastgesteld dat de eerste etage in de jaren 2000 tot en met 2003 als één geheel was verhuurd en dat de huurder, die zelf op de eerste etage woonde, kamers onderverhuurde aan derden. Het Hof oordeelde dat de ambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat belanghebbende als gebruiker van de eerste etage kon worden aangemerkt. De uitspraak van het Hof was gebaseerd op de zelfstandigheid van de woonfunctie van de eerste etage en de inrichting van het gebouw. Het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond, vernietigde de aanslag en veroordeelde de ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 644.
De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij belanghebbende de mogelijkheid heeft om de wederpartij in de proceskosten te veroordelen.