ECLI:NL:GHARN:2004:AR4814
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.J. Matthijssen
- M.M. Nuboer
- Rechtspraak.nl
Kerkenvrijstelling voor onroerende-zaakbelastingen in voormalig schoolgebouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 september 2004 uitspraak gedaan in een geschil over de toepassing van de kerkenvrijstelling op onroerende-zaakbelastingen. De belanghebbende, een stichting die gebruik maakt van een voormalig schoolgebouw, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking waardevaststelling ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor de jaren 2000 tot en met 2004. De heffingsambtenaar van de gemeente Hellendoorn had de waarde van het pand vastgesteld, maar de belanghebbende stelde dat een aanzienlijk deel van het gebruik van het gebouw bestond uit openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, die onder de kerkenvrijstelling vallen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 september 2004 heeft de belanghebbende toegelicht dat in het gebouw diverse activiteiten plaatsvinden, zoals het zingen van christelijke liederen, het lezen van bijbelverhalen en gebedsbijeenkomsten. Het Hof oordeelde dat deze bijeenkomsten, samen met de openbare erediensten, meer dan 80% van het gebruik van het pand uitmaken. Het Hof heeft vastgesteld dat de kerkenvrijstelling van toepassing is, ondanks dat de bijeenkomsten in de klaslokalen niet als erediensten kunnen worden aangemerkt.
Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de heffingsambtenaar vernietigd voor zover deze de aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen handhaafde. De aanslagen zijn vernietigd, terwijl de waarde van het onroerend goed is bevestigd. Tevens is de gemeente Hellendoorn veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de belanghebbende. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor een schriftelijke uitspraak.