ECLI:NL:GHARN:2004:AR2922

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
17 augustus 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/00118
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.J. Matthijssen
  • K. van der Leij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afvalstoffenheffing en inzamelverplichting door gemeente

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 17 augustus 2004, staat de afvalstoffenheffing centraal. De belanghebbende, wonende in een appartement aan de [a-weg 1 te Z], heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag afvalstoffenheffing van de gemeente Almelo, omdat hij van mening is dat de gemeente niet voldoet aan de inzamelverplichting voor huishoudelijke afvalstoffen. De gemeente heeft bij het flatgebouw een verzamelcontainer geplaatst, maar de frequentie van ledigen is in 2003 aanzienlijk verminderd. De belanghebbende stelt dat de container gemiddeld slechts één keer per week werd geleegd, wat leidde tot een ophoping van afval op straat. Dit probleem werd verergerd door strengere handhaving van parkeervoorschriften, waardoor de grote huisvuilauto niet meer bij het gebouw kon komen.

Het Gerechtshof oordeelt dat de gemeente in 2003 niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit de Wet milieubeheer, die vereist dat huishoudelijke afvalstoffen adequaat worden ingezameld. De gemeente had maatregelen moeten treffen, zoals het vaker inzetten van een kleinere huisvuilauto of het plaatsen van een extra container. Het Hof vernietigt de eerdere uitspraak en de aanslag, en gelast de gemeente Almelo om het griffierecht van € 31 aan de belanghebbende te vergoeden. Daarnaast worden de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 28, voor rekening van de gemeente Almelo gebracht. De beslissing is openbaar gemaakt op dezelfde datum, en er is geen mogelijkheid tot cassatie tegen deze mondelinge uitspraak, maar partijen kunnen verzoeken om een schriftelijke uitspraak.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem
vierde enkelvoudige belastingkamer
nummer 04/00118 (afvalstoffenheffing)
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : [X]
te : [Z]
verweerder : heffingsambtenaar van de gemeente Almelo
aangevallen beslissing : uitspraak d.d. 16 januari 2004 op bezwaar
aanslagnummer : [01]
jaar : 2003
soort belasting : afvalstoffenheffing
mondelinge behandeling : op 3 augustus 2004 te Arnhem door mr. Matthijssen, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr. Van der Leij als griffier
waarbij verschenen : [belanghebbende en zijn echtgenote, alsmede de Ambtenaar]
gronden:
1. Belanghebbende en zijn echtgenote bewonen een appartement in een flatgebouw aan de [a-weg 1 te Z]. De gemeente heeft bij het gebouw een verzamelcontainer geplaatst waarin de bewoners hun huishoudelijk afval dienen te deponeren.
2. Tussen partijen staat vast dat, gelet op de hoeveelheid aangeboden afval en de (beperkte) capaciteit van de verzamelcontainer, de container twee maal per week dient te worden geledigd. Dit is jarenlang gebeurd en is nog steeds de bedoeling van het gemeentelijke beleid.
3. Met ingang van eind 2002 is het flatgebouw veelal niet bereikbaar voor de (grote) huisvuilauto van [A N.V.] doordat de politie strenger is gaan toezien op handhaving van de parkeervoorschriften in de [a-straat], waardoor de bewoners genoodzaakt zijn hun auto’s op de straat zelf (en niet meer op het trottoir) te parkeren.
4. Belanghebbende maakt aannemelijk dat in 2003 de container gemiddeld één maal per week (op onregelmatige tijden) is geledigd, dat de kleine huisvuilauto, die het flatgebouw wel kan bereiken, in 2003 slechts twee maal is ingezet, dat een en ander er stelselmatig toe heeft geleid en nog steeds leidt dat huisvuilzakken dagenlang op straat blijven staan (tussen partijen staat vast dat de door belanghebbende overgelegde foto’s een goed beeld geven van de situatie bij het flatgebouw) en dat belanghebbende om deze redenen zijn afval regelmatig zelf afvoert.
5. Het Hof is van oordeel dat de gemeente, door in 2003 geen maatregelen te treffen (ook geen tijdelijke zoals een frequentere inzet van de kleine huisvuilauto en/of in de vorm van het bijplaatsen van een tweede verzamelcontainer), ten aanzien van belanghebbende niet heeft voldaan aan de in de Wet milieubeheer neergelegde verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
6. Het beroep van belanghebbende is gegrond.
proceskosten:
Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op € 28 (1 × reiskosten).
beslissing:
Het Gerechtshof:
– vernietigt de uitspraak waarvan beroep en de aanslag;
– gelast dat de gemeente Almelo aan belanghebbende vergoedt het door deze gestorte griffierecht van € 31;
– veroordeelt de Ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 28 en wijst de gemeente Almelo aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.
Aldus gedaan op 17 augustus 2004 door mr. Matthijssen, raadsheer, lid van de vierde enkelvoudige belastingkamer.
De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. Van der Leij als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(K. van de Leij) (T.J. Matthijssen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 23 augustus 2004
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.