ECLI:NL:GHARN:2003:AL8006
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet-ontvankelijk verklaard bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 19 september 2003 uitspraak gedaan over een bezwaar van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende stelde dat hij pas door de ontvangst van een acceptgiro op de hoogte was van het bestaan van de naheffingsaanslag en dat hij deze nooit had ontvangen. De Ambtenaar kon niet bewijzen dat het aanslagbiljet op de auto was aangebracht, en het Hof oordeelde dat het zeer goed mogelijk was dat het aanslagbiljet verloren was gegaan voordat de auto van de parkeerplaats was weggereden. Hierdoor kon niet worden geoordeeld dat de belanghebbende in verzuim was met betrekking tot de termijn voor het indienen van bezwaar.
Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak waarvan beroep. Tevens werd de gemeente Arnhem veroordeeld tot het vergoeden van het door de belanghebbende gestorte griffierecht van € 29 en de proceskosten van € 18. De belanghebbende had zijn bezwaar te laat ingediend, maar het Hof oordeelde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de belanghebbende niet over het parkeerbonnetje beschikte, hem het voordeel van de twijfel gaven. De beslissing van het Hof is openbaar uitgesproken en afschriften zijn op dezelfde dag verzonden.
De zaak betreft de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet, met specifieke verwijzingen naar de artikelen die de termijn voor het indienen van bezwaar regelen. Het Hof benadrukte dat de bekendmaking van de naheffingsaanslag op de auto plaatsvond en dat de termijn voor bezwaar begon te lopen op de dag na de bekendmaking. De belanghebbende had zijn bezwaar ingediend na de wettelijke termijn, maar het Hof oordeelde dat er geen sprake was van verzuim, waardoor de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar onterecht was.