ECLI:NL:GHARN:2001:AB2294
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- M. van Houten
- A. Vegter
- J. van Ditzhuijzen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van beledigende uitlatingen over homoseksualiteit in ingezonden brief
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter te Almelo. De verdachte, geboren in 1932 en wonende te [woonplaats], was eerder vrijgesproken van de hem ten laste gelegde belediging van homoseksuelen. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van de terechtzittingen op 27 februari en 12 juni 2001, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. De verdachte had in een ingezonden brief in de Twentsche Courant Tubantia uitlatingen gedaan over pedofilie, homofilie en polygamie, waarbij hij deze zaken als zonden bestempelde volgens zijn geloofsovertuiging. Het hof oordeelde dat de uitlatingen op zichzelf beledigend waren, maar dat de context van de geloofsovertuiging van de verdachte een belangrijke rol speelde. De verdachte had zijn uitlatingen ondertekend als dominee en verwees naar de bijbel, wat het hof leidde tot de conclusie dat zijn intentie was om zijn geloofsovertuiging te delen en niet om te beledigen. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, met verbetering van gronden, en oordeelde dat de gewraakte uitlatingen in de context niet beledigend waren in de zin van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht.