ECLI:NL:GHARN:2000:AA5066

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
19 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/00161
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 19 januari 2000, betreft het een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd door de gemeente Zwolle. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd voor het parkeren op 6 augustus 1997. De ambtenaar van de gemeente had de naheffingsaanslag gehandhaafd, waarop X in beroep ging. Tijdens de procedure stelde X dat zij een parkeerbon had gekocht en dat deze goed zichtbaar achter de voorruit was geplaatst. Ter onderbouwing overhandigde zij een kopie van het parkeerkaartje, dat aangaf dat zij tot 11:13 uur betaald had voor het parkeren.

De ambtenaar van de gemeente, vertegenwoordigd door het Wnd. Hoofd bureau belastingen, voerde aan dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Hij overhandigde een proces-verbaal van de parkeercontroleur, waarin werd gesteld dat X geen geldig parkeerbewijs had. Het hof oordeelde dat de ambtenaar onvoldoende bewijs had geleverd om de stelling van X te weerleggen dat zij de verschuldigde belasting had betaald. Het hof verwees naar artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dat bepaalt dat naheffing alleen mogelijk is als de belasting op aangifte niet is voldaan.

Uiteindelijk oordeelde het hof dat het beroep van X gegrond was. De uitspraak van de ambtenaar werd vernietigd en de naheffingsaanslag werd opgeheven. Tevens werd de ambtenaar gelast om het door X gestorte griffierecht van 45 gulden te vergoeden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen vier weken een verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke uitspraak.

Uitspraak

WS
Gerechtshof Arnhem
zevende enkelvoudige belastingkamer
nr. 98/00161
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
belanghebbende : X
te : Z
ambtenaar : het Wnd. Hoofd bureau belastingen van de gemeente Zwolle
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaarschrift tegen naheffingsaanslag
soort belasting : parkeerbelasting
tijdstip : 6 augustus 1997, 10.10 uur
mondelinge behandeling : met toestemming van beide partijen niet gehouden
gronden:
1. Belanghebbende stelt dat zij a. voor het parkeren op het voormelde tijdstip een ‘bon’ had ‘gekocht’ en b. het kaartje duidelijk zichtbaar op de voorgeschreven plaats gelegd had. Zij legt tot staving hiervan een kopie over van een kaartje dat vermeldt:
‘potgietersingel 1
parkeren betaald tot
WO 06 AUG 97
11:13
betaald
FL**2.25
aankomst 06 aug 10:05
Plaats het kaartje goed leesbaar achter uw voorruit’.
2. De ambtenaar legt een kopie over van het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van de betrokken parkeercontroleur, A, van 4 september 1999. Aan de inhoud van dit proces-verbaal hecht het hof geloof, zodat daarmee de tweede stelling van belanghebbende voldoende is weersproken.
3. Evenwel is volgens artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dat hier toepasselijk is op grond van de artikelen 231, eerste lid, en 233 van de Gemeentewet, nahef_ng enkel mogelijk van belasting die op aangifte behoort te worden voldaan doch geheel of gedeeltelijk niet betaald en daardoor te weinig geheven is. Van belang is dan ook, of de verschuldigde belasting is betaald en niet of op de voorgeschreven wijze aangifte is gedaan (HR 8 januari 1997, nr. 31 657, BNB 1997/68c*, Belastingblad 1997, blz. 277).
4. De ambtenaar verwijst naar aantekeningen van de parkeercontroleur. Het door deze opgemaakte en door de ambtenaar overgelegde proces-verbaal weerlegt echter niet dat belanghebbende een bon gekocht had - waarmee zij kennelijk bedoelt dat zij de verschuldigde belasting had betaald.
5. Het beroep is derhalve gegrond.
proceskosten:
In beroep is niet gebleken van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en ook overigens niet van kosten die volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten fiscale procedures kunnen worden begrepen in een kostenveroordeling op de voet van artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
beslissing:
Het gerechtshof:
- vernietigt de uitspraak van de ambtenaar alsmede de daarbij gehandhaafde naheffingsaanslag;
- gelast de ambtenaar aan belanghebbende het door haar gestorte griffierecht van ¦ 45,- te vergoeden.
Aldus gedaan te Arnhem op 19 januari 2000 door mr drs F.J.P.M. Haas, raadsheer, lid van de zevende enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr Snoijink als griffier.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, Het lid van de voormelde kamer,
(W.J.N.M. Snoijink) (F.J.P.M. Haas)
De beslissing is in het openbaar uitgesproken en afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 19 januari 2000
Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van het proces-verbaal van deze uitspraak het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Van de verzoeker wordt een griffierecht van ¦ 150 geheven.
Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.