ECLI:NL:GHARN:1998:AA1306
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Lamens
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van belanghebbende na ziekenhuisopnames
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende, een fabrieksarbeider, tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren inzake een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995. De aanslag, gedateerd 29 juni 1996, was berekend op een belastbaar inkomen van ƒ 34.262,- met een te betalen bedrag van ƒ 1.709,-. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde deze bij uitspraak van 18 juli 1996. Het hof heeft de zaak behandeld op 2 september 1998, waarbij zowel de gemachtigde van belanghebbende als de inspecteur zijn gehoord.
Belanghebbende verzocht om vermindering van de aanslag, waarbij hij de reiskosten voor ziekenbezoek door zijn echtgenote in aftrek wilde brengen. De inspecteur had deze kosten echter niet in aftrek toegestaan. Het geschil draait om de vraag of belanghebbende langer dan een maand is verpleegd, zoals vereist in artikel 46, lid 3, onderdeel e, van de Wet op de inkomstenbelasting. Het hof oordeelde dat de ziekenhuisopnames van belanghebbende in 1995 niet zodanig met elkaar samenhangen dat zij als één opname kunnen worden beschouwd. De tussenliggende perioden waren te lang, waardoor niet voldaan werd aan de wettelijke voorwaarde van langer dan een maand verpleging. Het hof bevestigde de uitspraak van de inspecteur en verklaarde het beroep ongegrond.