ECLI:NL:GHARL:2025:837

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
200.336.759/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en dekking onder verzekering bij verlies van lading tijdens transport

In deze zaak heeft een Nederlands bedrijf, ExpertCheese, een overeenkomst gesloten met een Poolse vervoerder, [naam1], voor het transport van 18.175,8 kg kaas naar Frankrijk. Tijdens het transport verdwijnt de lading, waarna ExpertCheese [naam1] aansprakelijk stelt voor de schade. [naam1] roept zijn verzekeraar, Uniqa, in vrijwaring, maar het hof oordeelt dat [naam1] niet heeft voldaan aan de polisvoorwaarden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [naam1] onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn vordering. Het hof bekrachtigt dit oordeel en stelt dat de omstandigheden van de diefstal onduidelijk blijven. [naam1] heeft wisselende verklaringen afgelegd over de toedracht van de diefstal en heeft niet aangetoond dat hij aan de vereisten van de verzekering heeft voldaan. De vordering van [naam1] wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.336.759/01
zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen 137010
arrest van 11 februari 2025
in de zaak van
[appellant] h.o.d.n. [naam1],
die woont in [woonplaats1] (Polen),
die hoger beroep heeft ingesteld,
en bij de rechtbank optrad als eiser in vrijwaring,
hierna:
[naam1],
advocaat: voorheen mr. J.B. Houtappel te Rotterdam, die zich heeft onttrokken,
tegen
Uniqa Towarzystwo Ubezpieczen S.A., rechtsopvolgster van
AXA,
die is gevestigd in Warschau (Polen),
en bij de rechtbank optrad als gedaagde in vrijwaring,
hierna:
Uniqa,
advocaat: mr. H. Lebbing te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

[naam1] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, op 5 juli 2023 tussen partijen in de vrijwaringszaak heeft uitgesproken. Het procesverloop in hoger beroep blijkt uit:
• de dagvaarding in hoger beroep,
• de memorie van grieven,
• de memorie van antwoord,
• het e-mailbericht van mr. Houtappel van 13 januari 2025 waarin hij zich als advocaat onttrekt,
• het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 21 januari 2025 is gehouden.

2.De kern van de zaak

2.1
Tussen [naam1] en ExpertCheese is in oktober 2019 een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan [naam1] 18.175,8 kg kaas zou vervoeren voor ExpertCheese. [naam1] moest de lading vanuit Hoogeveen vervoeren naar een klant van ExpertCheese in Charmoille, Frankrijk. De lading moest daar op 24 oktober 2019 worden afgeleverd.
2.2
[naam1] heeft ExpertCheese op 25 oktober 2019 medegedeeld dat de lading was gestolen. ExpertCheese heeft [naam1] aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het verlies van de lading. ExpertCheese heeft een procedure tegen [naam1] aanhangig gemaakt (de hoofdzaak). [naam1] heeft ter beëindiging van dat geschil een regeling met ExpertCheese getroffen en uit dien hoofde een bedrag van € 40.000 aan ExpertCheese voldaan.
2.3
In deze zaak draait het om de vraag of [naam1] , die Uniqa in vrijwaring heeft opgeroepen, op grond van een verzekeringsovereenkomst aanspraak kan maken op vergoeding van genoemd bedrag door Uniqa.
2.4
De rechtbank heeft geoordeeld dat [naam1] onvoldoende heeft onderbouwd dat zich een voorval (en welke precies) heeft voorgedaan op basis waarvan hij uit hoofde van de polis recht op dekking van zijn aansprakelijkheid heeft en dat zijn vordering daarom wordt afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep van [naam1] is dat de afgewezen vordering alsnog wordt toegewezen.

3.Het oordeel van het hof

Inleiding
3.1
Het hof zal oordelen dat het vonnis van de rechtbank moet worden bekrachtigd. Dat wordt hierna uitgelegd, nadat eerst de relevante feiten zijn geschetst. De bezwaren (grieven) van [naam1] tegen het vonnis zullen vervolgens thematisch worden behandeld.
De feiten
3.2
Op of omstreeks 18 oktober 2019 is [naam1] per e-mail met ExpertCheese overeengekomen dat [naam1] het vervoer van een lading kaas naar Frankrijk voor ExpertCheese zou verzorgen. [naam1] werd in de e-mailcorrespondentie vertegenwoordigd door de heer [naam2] , logistiek medewerker van [naam1] (hierna: [naam2] ).
3.3
Tussen ExpertCheese en [naam2] namens [naam1] zijn daarna de volgende e-mails gewisseld over het vervoer:
[naam1] aan ExpertCheese op dinsdag 22 oktober 2019 om 07:53 uur:
"(...) we will load 23 and delievry 24 :)
8T24323/4AS1411 (...)"
ExpertCheese aan [naam1] op dinsdag 22 oktober 2019 om 08:08 uur:
" (...) Thank you for the information.
Looking forward to receiving the loading time (...) "
ExpertCheese aan [naam1] op dinsdag 22 oktober 2019 om 10:16 uur:
"(...)Could you also load 11 empty H1 pallets in Charmoille and if possible unload
11 empty H1 pallets in Hoogeveen when loading Wednesday?(...)"
[naam1] aan Expertcheese op woensdag 23 oktober 2019 om 13:56 uur:
"(...) Horbranz was loaded
but
my truck to France has problem with tyre :(
now he is repairing.
in worse case we will be tomorrow 7 30 at the loaidng place.
And delivery also tomorrow at 17:00
lam so sorry :( (...)”
ExpertCheese aan [naam1] op woensdag 23 oktober 2019 om 14.00 uur:
"(...) please see if you can arrange something else. In Charmoille they are only open
until 13:00. So delivery at 17:00 is not possible (...)"
ExpertCheese aan [naam1] op donderdag 24 oktober 2019 om 08:29 uur:
"(...) When do you expect to deliver this order in Charmoille?(...)"
[naam1] aan ExpertCheese op donderdag 24 oktober 2019 om 08:34 uur:
"(...)we will be today.
but arround 14-15:(
Asking driver to hurry up (...)"
ExpertCheese aan [naam1] op donderdag 24 oktober 2019 om 08:47 uur:
"(...) I just spoke with our client. It is possible to unload today between 14:00 and
15:00.(...)"
[naam1] aan ExpertCheese op donderdag 24 oktober 2019 om 08:50 uur:
"thank you!
we will do our best (...)"
ExpertCheese aan [naam1] op donderdag 24 oktober 2019 om 09:28 uur:
"(...)Please call this number: (...), 1 hour before the driver arrives in Charmoille.
This is the mobile nummer of[lees: de Franse klant, toevoeging hof]
"
[naam1] aan ExpertCheese op donderdag 24 oktober 2019 om 09:32 uur:
"oki (...)"
ExpertCheese aan [naam1] op donderdag 24 oktober 2019 om 15:04 uur:
" (...)Did you unload already in Charmoille? (...)"
[naam1] aan ExpertCheese op donderdag 24 oktober 2019 om 15:07 uur:
spoke with[lees: de Franse klant toevoeging hof]
, and we wil unload
little bit later today.
I take care about it,
they informed (...) "
ExpertCheese aan [naam1] op vrijdag 25 oktober 2019 om 08:15 uur:
"(...) I just had an angry[lees: de Franse klant, toevoeging hof]
on the phone,
saying the order is still not delivered.
Could you please explain?(….)"
[naam1] aan ExpertCheese op vrijdag 25 oktober 2019 om 08:18 uur:
"moment,
checking,
i told him that we will be on the morning,
calling to driver
let you know asap (...)"
[naam1] aan ExpertCheese op vrijdag 25 oktober 2019 om 08:51 uur:
"One moment!...)"
ExpertCheese aan [naam1] op vrijdag 25 oktober 2019 om 09:00 uur:
"I really need an answer. What is going on?(...)"
[naam1] aan ExpertCheese op vrijdag 25 oktober 2019 om 09:35 uur:
"(...)we have very bad news.
On night goods was stolen, with trailer.
Now we are contacting with police. And insurance.
We have complete insurance on this goods.
I am doing with it now.
Please inform me about value of the goods?
And inform your klient (...) "
ExpertCheese aan [naam1] op vrijdag 25 oktober 2019 om 09:47 uur:
"Not good...
I will have to check with my supervisor about the value of the goods
He is meeting with a customer right now, so we'll have to wait until he returns to the
office.
If you have more information please let us know.(...)"
3.4
ExpertCheese heeft [naam1] aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het verlies van de lading kaas en heeft [naam1] tevergeefs herhaaldelijk nadere informatie gevraagd over de omstandigheden waaronder de diefstal zou hebben plaatsgevonden.
3.5
[naam1] was ten tijde van de vervoersovereenkomst met ExpertCheese als wegvervoerder onder polisnummer 05.900.074 verzekerd bij (de rechtsvoorganger van) Uniqa tegen aansprakelijkheid voor materiele schade bestaande uit verlies van de zending (inclusief ten gevolge van diefstal) tijdens het vervoer over de weg.
3.6
[naam1] heeft ook aan Uniqa geen nadere informatie verstrekt over de omstandigheden waaronder de diefstal zou hebben plaatsgevonden. Uniqa heeft zich op het standpunt gesteld dat [naam1] geen recht heeft op dekking onder de polis voor de verdwenen lading kaas, omdat niet is voldaan aan de relevante polisvoorwaarden.
Rechtsmacht, bevoegdheid en toepasselijk recht
3.7
Tussen partijen is niet in geschil dat in deze procedure – op de door de rechtbank omschreven gronden, die het hof onderschrijft – aan de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt, dat de rechtbank Noord-Nederland en het hof bevoegd zijn, dat het Nederlandse procesrecht van toepassing is en dat de verzekeringsovereenkomst wordt beheerst door het Poolse recht.
Onduidelijkheid over de toedracht
3.8
Het hof stelt vast dat de omstandigheden waaronder de lading is verdwenen tot op heden niet zijn komen vast te staan. [naam1] heeft geen eenduidige informatie verstrekt over de omstandigheden waaronder de diefstal heeft plaatsgehad (zoals tijdstip, plaats, rol van de chauffeur). [naam1] heeft in deze procedure wisselende en innerlijk tegenstrijdige stellingen aan zijn vordering ten grondslag gelegd.
In de inleidende dagvaarding heeft [naam1] gesteld dat hij het vervoer heeft uitbesteed aan OOO Fontrans, een Russische vervoerder, die het vervoer op haar beurt ‘kennelijk’ heeft uitbesteed aan Aero, een Tsjechische vervoerder, die het vervoer feitelijk heeft verricht.
In de conclusie van repliek heeft [naam1] herhaald dat hij opdracht heeft gegeven aan Fontrans en dat Aero de lading heeft opgehaald bij ExpertCheese in opdracht van Fontrans, maar in dezelfde conclusie vermeldt hij dat Fontrans ontkent de opdracht te hebben aangenomen en dat het [naam1] niet is gelukt om contact met Aero te krijgen. De opdracht aan Fontrans voor transport die [naam1] als onderdeel van productie 2 bij de conclusie heeft overgelegd, is gedateerd op 22 oktober 2019, maar ziet op een ander transport. [naam1] heeft vervolgens in dezelfde conclusie gesuggereerd dat iemand misbruik zou hebben gemaakt van de gegevens van Fontrans of Aero en zich valselijk zou hebben voorgedaan als een medewerker van een van deze ondernemingen. Deze dief zou de lading hebben opgehaald.
In het door [naam1] bij deze conclusie overgelegde advies van BJJ Sollicitors wordt juist weer uitgegaan van het scenario dat Aero de lading heeft opgehaald met criminele bedoelingen.
Bij akte na comparitie brengt [naam1] de volgens hem ‘juiste’ transportopdracht aan Fontrans in het geding en stelt dat Fontrans Aero als feitelijk vervoerder heeft genoemd en informatie over Aero aan [naam2] heeft verstrekt, maar hoe dat standpunt zich verhoudt met de eerdere stelling dat Fontrans ontkent de opdracht te hebben aangenomen, wordt niet door [naam1] toegelicht. [naam1] komt wel met een nieuwe stelling, namelijk dat ‘voor zover [naam2] wist’ de account van Fontrans was gehackt.
Enige onderbouwing voor (een van) deze verschillende scenario’s heeft [naam1] niet gegeven. Deze scenario’s stroken niet met de CMR vrachtbrief: daaruit blijkt dat [naam1] de lading zelf heeft opgehaald. Bovendien blijkt uit de e-mailcorrespondentie, die [naam1] op verzoek van de rechtbank bij akte na comparitie heeft overgelegd, dat [naam2] tijdens het transport van de kaas telefonisch contact onderhield met de chauffeur. Voor zover dat niet een eigen chauffeur van [naam1] was, was het [naam1] in elk geval bekend welke chauffeur bij het transport betrokken was.
Bespreking van de grieven
3.9
[naam1] stelt zich in de memorie van grieven op het standpunt dat de rechtbank is uitgegaan van een verkeerde uitleg van de polis. [naam1] heeft in de toelichting op grief 1 opgemerkt dat de Engelse vertaling van de Poolse polis, zoals deze is overgelegd door Uniqa, in principe als uitgangspunt moet dienen en niet een vertaling naar het Nederlands. Die Engelse vertaling van de polis heeft voor de rechtbank ook als uitgangspunt gediend. Voor zover [naam1] bedoelt te stellen dat de rechtbank in haar vonnis geen geparafraseerde vertaling naar het Nederlands had mogen opnemen, gaat het hof aan dat bezwaar voorbij, nu [naam1] niet heeft gesteld dat en op welk punt die geparafraseerde vertaling onjuistheden zou bevatten.
3.1
Volgens [naam1] is voor dekking onder de polis voldoende dat sprake is van een vervoersovereenkomst tussen hem en zijn opdrachtgever ExpertCheese en dat de lading verdwenen is. Hij verwijst in dat verband naar artikel 1 lid 1 van de ‘Terms and Conditions of Road Haulier’s Liability Insurance in Domestic and International Transportation – extended scope’ (hierna: de polisvoorwaarden).
Artikel 1 lid 1 luidt:
The subject of insurance shall be third party liability of the Insured as a road haulier for non-performance or improper performance of a contract of carriage borne by de Insured pursuant to the provisions of the Civil code and of:
a) ..
b) in the case of international transportation: the Convention on the Contract for the International Carriage of Goods by road (CMR Convention)
3.11
Zoals Uniqa terecht heeft opgemerkt, geeft dit algemene artikel slechts het onderwerp van de verzekering weer, namelijk aansprakelijkheid van [naam1] voor het niet of onjuist uitvoeren van een vervoersovereenkomst. Dat [naam1] een vervoersovereenkomst met ExpertCheese had gesloten, staat niet ter discussie. Dat alleen is niet voldoende om voor dekking in aanmerking te komen. Daarvoor moet [naam1] stellen en zo nodig bewijzen dat zich een voorval heeft voorgedaan waarvoor de verzekering dekking biedt.
3.12
Hoewel [naam1] de lading volgens de CMR vrachtbrief zelf heeft opgehaald - hetgeen ingevolge artikel 9 lid 1 van het CMR-verdrag volledig bewijs van dat feit oplevert, terwijl in die vrachtbrief (bij vak 17) niet genoemd staat dat er sprake is van (een) ondervervoerder(s) - heeft [naam1] steeds de stelling aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat hij het vervoer niet zelf heeft verzorgd, maar heeft uitbesteed. Hoewel de exacte toedracht van de verdwijning van de lading in nevelen gehuld blijft doordat [naam1] daarover geen nadere– laat staan eenduidige – informatie heeft verstrekt, zal het hof de verschillende door [naam1] geschetste scenario’s bespreken aan de hand van de relevante polisvoorwaarden.
3.13
Wanneer de verzekerde ( [naam1] ) het vervoer niet zelf uitvoert, maar gebruik maakt van een onderaannemer kan er onder de polis ook sprake zijn van dekking.
Zo geeft artikel 2 van de polisvoorwaarden de volgende regeling voor onderaannemers:
1.The insurance shall also cover third party liability of the Insured for carriage operations performed at the Insureds request by subcontractors (other hauliers), to whom the Insured,
under a relevant contract of carriage, subcontracts the performance of carriage operations in whole or in part. [
onderstreping door het hof]
2. The Insured shall exercise due diligence in selecting subcontractors, which shall be understood as choosing entities which:
a) hold licences, permits or concessions, as required by law, to carry out business activity within the scope of the carriage operations subcontracted,
b) have appropriate means of transport, as required for the proper performance of the carriage operations subcontracted,
c) hold a valid road hauliers’s liabilty insurance policy providing full coverage (i.e. with no exclusions for theft and robbery damages), and with a sum insured corresponding to the value of the goods entrusted for carriage.
3. (…)
3.14
Dit artikel is van toepassing als sprake is van een
overeenkomstmet een onderaannemer. [naam1] heeft weliswaar gesteld dat hij opdracht heeft gegeven aan Fontrans, maar hij heeft ook aangegeven dat Fontrans ontkent de opdracht te hebben aanvaard. Dat betekent dat er – ook naar Pools recht – geen overeenkomst tussen [naam1] en Fontrans tot stand is gekomen. Het beroep van [naam1] op artikel 2 van de polisvoorwaarden gaat daarom niet op.
Maar ook als er wel een overeenkomst met Fortrans tot stand zou zijn gekomen, staat daarmee nog niet vast dat er dekking is onder de polis. [naam1] heeft immers niet aangetoond dat hij heeft voldaan aan de due diligence verplichtingen die zijn genoemd in artikel 2 lid 2. Zo is onder meer niet aangetoond dat Fortrans beschikte over een aansprakelijkheidsverzekering die volledige dekking bood in geval van diefstal.
3.15
Wanneer tussen de verzekerde en degene die het transport feitelijk uitvoert géén overeenkomst is gesloten – en dat geldt dus zowel in de situatie dat het transport is uitgevoerd door Fontrans als in de situatie dat Aero de lading heeft vervoerd – dan is sprake van overdracht aan een “onbevoegd persoon” als gedefinieerd in artikel 4 lid 16 van de polisvoorwaarden:
delivery of a consignment to an unauthorized persondelivering a consignment to a person who is not the consignee or the sender or the subcontractor named in the transport documents.
3.16
Schade die voortvloeit uit aflevering aan een onbevoegd persoon is op grond van artikel 3 lid 3 sub d van de polis uitgesloten van dekking:
The insurance shall not cover third party liability of the Insured as a haulier for damage resulting from:
(…)
d) delivery of a consignment to an unauthorised person.
3.17
De polis kent een ‘Additional Clause to the Road Haulier's Liability Insurance in Domestic and International Transportation – Delivery of a consignment to an unauthorised person’ (hierna: de additionele clausule) op basis waarvan ondanks genoemde uitsluiting toch dekking mogelijk is als de verzekerde aantoont dat hij aan alle vier due diligence verplichtingen heeft voldaan die in artikel 1 sub 2.2. van de additionele clausule zijn vermeld:

1.Change of Provisions of the Terms and conditions of Insurance1.Under this clause it is agreed that the exclusion of AXA’s liability referred to in 3 (3) (d) of the Terms and Conditions of Insurance applied shall not apply in a situation where the Insured has fulfilled its duties indicated in section 2 below connected with delivery of an consignment to an authorized person.2.The Insured shall exercise due diligence in delivering a consignment to an authorised person, including delivering it to a subcontractor.Due diligence in the delivery of a consignment shall be deemed to be the Insured’s action meeting the following cumulative conditions: [onderstreping door het hof](…)

2.2
in respect of a subcontractor of carriage services:
2.2.1the Insured requested documents (legible copies) being the basis for the company’s activity, including: entry into the business register of KRS (National Court Register), NIP (Tax ID no.), REGOM (National Business Reg. No.), licence to perform international road haulage, as well as haulier’s liability insurance contract.
2.2.2the Insured checked the credibility of the company based on the above documents in at least one of the following ways:
2.2.2.1. entry into the business register of KRS: in the online database of the Central Register an Information on Economic Activity (CEIDG) on the website of the Ministry of Entrepreneurship and Technology at https:// (…) or in the online KRS database on the website of the Ministry of Justice at http:// (…)
2.2.2.2. copies of NIP (Tax ID No.) and REGON (National Business Reg. No.): in the online database of the Statistic Poland’s (GUS) website at http: (…)
2.2.2.3. a copy of the Community Licence on the website of the General Inspectorate for Road Transport at https:// (…)
2.2.3the person authorised to pick up the consignment on behalf of the subcontractor is indicated in the transport documents (waybill, forwarding order, transport order, etc.) by name along with his/her identification document (ID card, passport) and the vehicle registration number,
2.2.4the haulier or a subcontractor acting on the hauliers’s behalf has checked the person picking up the consignment against the identity card and vehicle registration certificate indicated in the transport documents.
(…)
3.18
[naam1] , die zich in eerste aanleg en in de memorie van grieven onder 7 op het standpunt stelde dat de rechtbank aan de additionele clausule moest toetsen, heeft in de memorie van grieven onder 17 echter betoogd dat de additionele clausule niet duidelijk is omdat niet helder zou zijn wat van de verzekerde wordt verwacht in de situatie van controle van een niet Poolse vervoerder. Om die reden zou moeten worden teruggevallen op artikel 2 van de polisvoorwaarden. Het hof heeft hiervoor al overwogen dat en waarom het beroep van [naam1] op artikel 2 niet slaagt.
3.19
Het hof voegt daar aan toe dat [naam1] ook geen geslaagd beroep kan doen op de additionele clausule. Het hof licht dat volledigheidshalve toe, omdat het hof uit de toelichting op grief 2 begrijpt dat [naam1] zich in hoger beroep kennelijk niet meer op de additionele clausule beroept maar uitsluitend op artikel 2 van de polisvoorwaarden.
[naam1] heeft niet aangetoond dat aan de cumulatieve voorwaarden van de additionele clausule is voldaan. Dat gelet zowel in het geval Fontrans bij het transport betrokken is geweest als in het geval Fontrans dat op haar beurt aan Aero heeft uitbesteed. [naam1] heeft in de conclusie van repliek onder 18 sub 3 immers erkend dat er geen kopie van de ID van de chauffeur beschikbaar is en dat het kenteken van de auto niet is opgenomen in de transportdocumenten.
3.2
Voor zover het vermoeden van [naam1] dat de gegevens van Fortrans zijn gehackt juist zou zijn – [naam1] heeft op geen enkele wijze onderbouwd waarop dat vermoeden is gebaseerd – en de diefstel van de lading al voor het vervoer daarvan plaats zou hebben gehad, leidt dat evenmin tot dekking onder de polis. De polis dekt namelijk alleen verlies van lading tijdens het vervoer over de weg. Artikel 1 lid 2 van de polisvoorwaarden bepaalt immers:
The insurance shall cover, within the sum insured agreed on, third
party liability of the Insured as a road haulier borne by the Insured under
the legal regulations quoted in section 1 in respect of Material Damage
consisting in the total or partial loss of or damage to a consignment
(including as a result of robbery, aggravated or audacious theft,
burglary)
in road transport: [
onderstreping door het hof]
a) pursuant to Art. 65-68, 80-82 of the Transport Law,
b) pursuant to Art. 17-18, 23 and 25 of the CMR Convention.
3.21
In de toelichting op zijn vijfde grief heeft [naam1] nog betoogd dat Uniqa niet is geschaad in haar belangen door het feit dat bepaalde stukken ontbreken. Het hof verwerpt dat onnavolgbare standpunt. De hiervoor besproken polisvoorwaarden (opgenomen in artikel 2 lid 2 van de polisvoorwaarden en in artikel 1 sub 2.2 van de additionele clausule) die zien op het controleren van de betrouwbaarheid van een in te schakelen onderaannemer of feitelijk vervoerder zijn juist gericht op het voorkomen van het gevaar dat zich hier gerealiseerd heeft: het verdwijnen van een lading. Bovendien miskent [naam1] met deze grief dat het op zijn weg lag – en niet op de weg van Uniqa – om te stellen en bewijzen dat zich een voorval heeft voorgedaan waarvoor de polis dekking biedt.
3.22
Ten slotte klaagt [naam1] dat de rechtbank zijn bewijsaanbod heeft gepasseerd. Het hof ziet evenmin aanleiding [naam1] toe te laten tot het leveren van bewijs door getuigen. Niet alleen heeft hij, met zijn onvolledige en telkens wisselende verklaringen, zijn stellingen onvoldoende onderbouwd. Ook is het aanbod om [naam3] en [naam2] te horen omdat deze zouden kunnen verklaren dat opdracht aan Fontrans is gegeven, niet ter zake doende. [naam1] heeft zelf immers laten weten dat Fontrans de opdracht niet heeft aanvaard, zodat er geen overeenkomst met Fontrans tot stand is gekomen en aan de vereisten van artikel 2, waarop [naam1] zijn vordering in hoger beroep baseert, niet is voldaan.
Daarnaast heeft [naam1] mevrouw [naam4] van transbrokers.eu als mogelijke getuige genoemd. Zij zou kunnen verklaren over telefonisch contact met AXA. Wat de relevantie van dat contact voor de beoordeling van het onderhavige geschil zou zijn geweest, is niet vermeld en valt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, ook niet in te zien.
3.23
De grieven falen. Het vonnis zal worden bekrachtigd. Omdat [naam1] in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof hem tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [1]
3.24
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van
5 juli 2023;
4.2
veroordeelt [naam1] tot betaling van de volgende proceskosten van Uniqa:
€ 2.175 aan griffierecht,
€ 4.426 aan salaris van de advocaat van Uniqa (2 procespunten x appeltarief IV);
4.3
bepaalt dat deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
4.4
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4.5
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.M.A. Wind, J.E. Wichers en H.H.B. Vedder en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
11 februari 2025.

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI: NL:HR:2022:853.