In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 november 2025 een tussenuitspraak gedaan over de zorgregeling tussen een vader en zijn dochter, hier aangeduid als [minderjarige]. De rechtbank Overijssel had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar het hof oordeelt dat er onvoldoende informatie is om een definitieve beslissing te nemen. De moeder, die de zorg voor [minderjarige] heeft, is het niet eens met de zorgregeling en heeft hoger beroep aangetekend. Ze vreest voor de veiligheid van zichzelf en haar dochter door de vader, die volgens haar een drankprobleem heeft en haar tijdens de zwangerschap heeft mishandeld. De vader ontkent deze beschuldigingen en stelt dat de moeder manipulatief is. Het hof heeft de raad voor de kinderbescherming verzocht om nader onderzoek te doen naar de veiligheid van de zorgregeling en de mogelijkheden voor contact tussen de vader en [minderjarige]. Het hof heeft de behandeling van de zaak aangehouden en zal de raad vragen om een rapport op te stellen over de veiligheid en de mogelijkheden voor een zorgregeling. De raad heeft geadviseerd om een instantie zoals Jarabee in te schakelen voor een risico-inschatting en begeleide omgang. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 4 november 2025.