Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 23 januari 2023 te [plaats 1] ,
-(vervolgens) met dat mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp een stekende beweging te maken naar, althans in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
Overweging met betrekking tot het bewijs
“U, jongste raadsheer, vraagt mij of ik alleen achter de kinderen ben aangefietst. Dat klopt, ik ben er alleen achteraan gefietst. [medeverdachte 2] is er niet achteraan gefietst.” [16]
(hierna: [slachtoffer 4] )houdt in dat hij op 17 januari 2023 samen met onder meer zijn broer [slachtoffer 5] en [benadeelde] op het schoolplein van [basisschool] ’ was. Er kwamen twee jongens aanlopen. Zij hadden één fiets bij zich. Het was een wit met blauwe fiets. Het was een mountainbike. (…) [benadeelde] moest de veters nog strikken en de rest van de kinderen fietsten snel weg. [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] bleven op [benadeelde] wachten. Zij fietsten snel weg naar het schoolplein. [slachtoffer 4] zag dat de jongen met het blonde haar een mes had en achter hen aan kwam fietsen. [slachtoffer 4] vond dat eng en dacht dat de jongen hen wilde steken. [slachtoffer 4] verklaarde dat zij erg bang waren. [slachtoffer 4] zag en hoorde dat de jongen kwaad naar hen riep: “De volgende keer pak ik jullie!”. [18]
(hierna: [slachtoffer 5] )houdt in dat hij samen met onder meer zijn broer [slachtoffer 4] en [benadeelde] op het schoolplein van [basisschool] ’ was. Daar kwamen twee jongens aangelopen. Die jongens hadden één fiets bij zich. Het was een mountainbike. [slachtoffer 5] wilde [benadeelde] , die veters aan het strikken was, niet alleen laten omdat hij anders door de jongens gestoken zou worden. [slachtoffer 5] en (in ieder geval) [benadeelde] fietsten snel weg. [slachtoffer 5] zag dat de jongen met het witte haar achter hen aan kwam fietsen. Die jongen had een mes. [slachtoffer 5] was bang dat die jongen hen met het mes zou gaan steken. [19]
“U vraagt mij naar de vernieling van de fiets. Het klopt dat ik dat heb gedaan. (…) Het klopt dat ik de banden lek had gestoken en iets in het frame heb gekrast.”
Bewezenverklaring
hij opof omstreeks23 januari 2023 te [plaats 1] ,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Oplegging van straf
(hierna: de Raad).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Veroordeelt verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen jeugddetentie.