In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 18 april 2025. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde verlengd met één jaar en het verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling onder de voorwaarde dat de terbeschikkinggestelde Nederland zou verlaten, afgewezen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd met twee jaar. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1977, verblijft in een kliniek en heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, evenals een stoornis in het gebruik van cocaïne, alcohol en cannabis. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van de terbeschikkinggestelde gehoord tijdens de zitting op 11 september 2025. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereisen, gezien het recidiverisico en de ernst van de gepleegde delicten. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 april 2020 en het hof acht het in het belang van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij noodzakelijk om de maatregel te verlengen. De terbeschikkinggestelde heeft nog niet geoefend met vrijheden en er is een wachtlijst voor opname in een kliniek in Italië. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en het verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling afgewezen.