ECLI:NL:GHARL:2025:612

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
21-003148-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens tegenstrijdigheden in bewijsvoering bij winkeldiefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week voor winkeldiefstal. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 3 juli 2023, waarin de verdachte was veroordeeld voor het stelen van parfum uit een drogisterij. Tijdens de zitting op 22 januari 2025 heeft het hof het dossier bestudeerd, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging door de raadsvrouw van de verdachte, mr. M.M. Scholten.

Het hof heeft vastgesteld dat er aanzienlijke tegenstrijdigheden in de processen-verbaal aanwezig zijn, met name met betrekking tot de camerabeelden die in het dossier zijn beschreven. Het ontbreken van deze beelden en de inconsistenties in de verklaringen hebben geleid tot twijfels over de bewijsvoering. Zowel de advocaat-generaal als de raadsvrouw hebben gepleit voor vrijspraak, en het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten.

Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van winkeldiefstal. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken en de noodzaak om te kunnen vertrouwen op de integriteit van het bewijs dat wordt gepresenteerd in de rechtszaal.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003148-23
Uitspraak d.d.: 5 februari 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 3 juli 2023 met parketnummer 18-026526-23 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 januari 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. M.M. Scholten, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter heeft verdachte bij vonnis van 3 juli 2023, waartegen het hoger beroep is gericht, veroordeeld ter zake van het tenlastegelegde feit tot een gevangenisstraf voor de duur van één week, met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 26 januari 2023 te [plaats] , gemeente [gemeente] parfum, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [drogisterij] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Vrijspraak

Zowel de advocaat-generaal als de raadsvrouw hebben zich op het standpunt gesteld dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken.
Gezien de vele tegenstrijdigheden in het dossier, onder meer tussen de processen-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden worden beschreven, alsmede het ontbreken van de beschreven camerabeelden en het ontbreken van foto's waarin in processen-verbaal van bevindingen wordt verwezen waardoor het voor het hof niet mogelijk is om deze camerabeelden en foto's (zelf) te bekijken, is het hof van oordeel dat op basis van het thans onderliggende dossier met onvoldoende mate van zekerheid vast te stellen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de gedragingen zoals tenlastegelegd.
Het hof zal verdachte derhalve vrijspreken van het tenlastegelegde feit.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. M.E. de Boer, voorzitter,
mr. F. van der Maden en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.M.J. Flach, griffier,
en op 5 februari 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.