In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzoek van de appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Melsen, om een voorlopig deskundigenonderzoek te laten plaatsvinden. In een eerdere beschikking van 10 december 2024 had het hof de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland vernietigd en twee deskundigen benoemd. Een van deze deskundigen, [naam1], heeft echter na bestudering van het dossier aan het hof laten weten dat hij de medisch adviseur van de appellant goed kent en om die reden niet als deskundige kan optreden. Hij heeft voorgesteld dat [naam2] in zijn plaats wordt benoemd.
De advocaten van beide partijen hebben ingestemd met de benoeming van [naam2]. Het hof heeft vervolgens besloten om [naam1] te ontslaan als deskundige en [naam2] te benoemen. De deskundige zal dezelfde vragen voorgelegd krijgen als aan [naam1]. Het hof heeft het voorschot op de kosten van [naam2] vastgesteld op € 5.000,-, wat € 1.000,- meer is dan het eerder vastgestelde voorschot voor [naam1]. TVM Verzekeringen N.V., de verweerster in deze zaak, is verplicht dit aanvullend voorschot te betalen.
De beschikking bevat verder bepalingen over de procedure die de deskundige moet volgen, waaronder het verstrekken van een concept-deskundigenbericht aan de partijen en het in acht nemen van hun reacties. De deskundige moet het definitieve deskundigenbericht vóór 1 juni 2025 indienen bij de griffie van het hof. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.