In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, een moeder, was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van dertig uren wegens overtreding van de Leerplichtwet 1969. De zaak betreft de verplichting van ouders om ervoor te zorgen dat hun kinderen als leerlingen van een school zijn ingeschreven. De verdachte had haar kinderen niet ingeschreven op een school, wat leidde tot de veroordeling. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verdachte niet had voldaan aan haar verplichtingen als ouder, ondanks haar verweer dat zij niet op de hoogte was van de juridische consequenties van de schoolinschrijving. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen van de verdachte in de tenlastegelegde periode niet als leerlingen stonden ingeschreven, terwijl zij leerplichtig waren. De verdachte heeft aangevoerd dat zij en haar echtgenoot hun kinderen hadden ingeschreven op een school, maar dat deze school niet meer veilig was, wat leidde tot hun beslissing om de kinderen thuisonderwijs te geven. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van de schoolinschrijving en dat zij haar kinderen verwijtbaar niet heeft ingeschreven bij een school na 1 augustus 2023. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van dertig uren, met een proeftijd van twee jaren.