5.2.Oorzaak, toedracht en gevolg
Het ongeval vond gezien de rijrichting van de betrokken voertuigen plaats op een recht weggedeelte van de [Rijksweg 1] . Op de plaats van het ongeval werden de betrokken Volvo, BMW en Mercedes aangetroffen in hun eindposities. De betrokken opleggertrekker en oplegger combinatie waren niet meer aanwezig op de plaats van het ongeval.
Op de plaats van het ongeval werd het eerste spoor aangetroffen op rijstrook twee. Dit spoor betrof een bandenspoor en lag nagenoeg in het midden van rijstrook twee. Bij dit bandenspoor werd tevens een krasspoor aangetroffen. Dit krasspoor had een duidelijke aftekening, waarbij de toplaag van het wegdek was beschadigd. Het punt waar de toplaag was beschadigd werd door ons aangemerkt als botsplaats 1.
Gelet op de aangetroffen sporen en de schades aan de voertuigen botste op botsplaats 1 de Mercedes tegen de BMW. Hierbij botste de Mercedes met de rechter voorzijde tegen de achterzijde van de BMW. Door de botsing werd de BMW naar beneden tegen het asfalt gedrukt en veroorzaakte de velg van het achterwiel van de BMW een krasspoor in het wegdek. Tevens tekende vanaf botsplaats 1 de achterband van de BMW een onafgebroken bandenspoor af, nagenoeg tot aan de eindpositie van de BMW. Op botsplaats 1 werd de bestuurder van de BMW, door de botsing met de Mercedes, van zijn voertuig geworpen. Hierbij kwam de achterzijde van de helm van de bestuurder van de BMW in contact met de voorruit van de Mercedes. Na deze botsing kwam de bestuurder van de BMW op het wegdek terecht en tot stilstand in zijn aangetroffen eindpositie in de berm. De bestuurder van de BMW overleed op de plaats van het ongeval aan zijn bij dit ongeval opgelopen letsel.
Tijdens het onderzoek naar dit ongeval kwamen er camerabeelden beschikbaar van een naast de [Rijksweg 1] gelegen persceel.
Er was ruim voorafgaande aan het ongeval sprake van een rustig tot normaal verkeersbeeld.
Er was geen sprake van verkeer belemmerende omstandigheden.
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 53-55, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [getuige 1]
Op vrijdag 15 juli 2022 waren wij, onderweg naar [plaats 3] . Ik reed in een witte Skoda Citygo. Ik reed op rijstrook 2, de rechterrijstrook. Ik reed 100 kilometer per uur. Het was druk op de weg. Ik zag veel auto's om mij heen. Het verkeer reed in een vloeiende lijn.
Ter hoogte van [plaats 1] , omstreeks 15.00 uur, moest ik ineens remmen.
Ik heb vervolgens direct mijn alarmlichten aangezet. Ik stond
vervolgens stil. In de seconden daarna keek ik in mijn achteruitkijkspiegel. Ik zag
een motor op zijn zijkant over de weg schuiven. Deze kwam mij aan de rechterzijde
voorbij. Ik heb geen bestuurder van de motor gezien. Ik zag wel allemaal brokstukken,
kleine onderdelen, door de lucht vliegen. Ik heb vervolgens een witte bus zien
uitwijken naar de vluchtstrook. Ik zie vervolgens dat deze bus in de berm terecht
komt en op zijn zijkant komt te liggen.
Ik heb het idee dat ik de witte bus, die bij de aanrijding was betrokken, eerder heb
gezien op het traject tussen [plaats 4] en [plaats 1] . Mijn dochter maakte, op het moment dat die witte bus in de sloot lag, de opmerking of dat dezelfde bus was als eerder.
Even daarvoor reed ik op linker rijstrook. Op de rechter rijstrook reed een witte bus. Op het moment dat ik links naast die witte bus reed, kwam die witte bus naar mij toe. U vraagt mij in hoeverre deze bus naar mij toe is gekomen. Ik weet dit niet, de bus kwam geleidelijk naar mij toe. Ik dacht op dat moment: "He, wat ga je doen?". Mogelijk heb ik op dat moment getoeterd. Dit gebeurde een aantal minuten voordat ik moest remmen.
4. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 65-67, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als relaas van [getuige 2] :
Ik was de bestuurder van de zwarte Volvo die aangereden is. Het klopt dat dit een Volvo V40 is voorzien van het [kenteken 2] . Ik was met mijn dochter en een vriendin van mijn dochter. We reden over de [Rijksweg 1] . Daar rijd ik wel eens vaker.
Het was normaal druk op de snelweg en ik reed gewoon met de flow mee. Het was mooi weer. Ik was niet verblind door de zon en alles was prima te zien. Ik reed op de rechter rijstrook en zag dat er een file aan kwam. Ik zag allemaal knipperlichten voor mij en ik heb ze bij mij ook aangedaan. Toen ging ik afremmen. Ik weet niet meer of ik stil stond of nog heel langzaam reed.
Ik keek in mijn spiegels toen ik afremde. Ik had gezien dat er een motorrijder achter me reed. Deze motorrijder reed al enige tijd achter mij. Ik keek veelvuldig in mijn spiegels om te kijken hoe het verkeer om mij heen reageerde. Ik zag dat de motorrijder ook zijn snelheid minderde, waardoor ik het idee kreeg dat hij de file gezien had. Daarop deed ik de alarmlichten uit.
Ineens was het 'klabam'. Er was een grote klap. Ik weet niet of ik stilstond of nog rolde . Na de klap schoof ik naar voren en kwam tot stilstand op de streep tussen de rijstroken. Volgens mij stond ik scheef op de weg met mijn auto.
Zelf ben ik de auto uitgestapt. Ik zag dat er een bus stond en verderop zag ik de motor en de motorrijder liggen. Ik ben gelijk naar de motorrijder gerend. Toen ik bij de motorrijder kwam zag ik dat er nog een man bij stond. Ik hoorde nog een paar zuchten bij de motorrijder en dat was het.
U vraagt mij of ik was geschrokken van het ontstaan van de file. Ik kan u zeggen dat ik hierdoor niet was verrast. Ik kon rustig reageren op het ontstaan van de file. Naar mijn idee deed men dat om me heen ook.
5. Een proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 16-18, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als relaas van [verbalisant 7] :
Op 15 juli 2022 omstreeks 15:10 uur kwam ik op de plaats van het incident. Ik heb gesproken met [getuige 3] . Ik hoorde hem zeggen dat hij en zijn bijrijder [getuige 4]
op de [Rijksweg 1] reden, van [plaats 4] naar [plaats 1] . Ik hoorde dat hij, ver voor het ongeval een witkleurige Mercedes bus inhaalde. Ik hoorde dat zij tegen elkaar zeiden dat de genoemde bus, welke later bleek bestuurd te worden door [verdachte] , welke later de verdachte bleek, erg slingerde. Ik hoorde dat hij reed op rijstrook 2, maar dat hij telkens over de wegmarkering aan beide zijden reed. Ik hoorde dat toen zij de genoemde bus passeerden, dat [getuige 4] zei dat de bestuurder naar beneden keek. Gezien het hoogteverschil tussen het voertuig van de getuigen, en van de verdachte, kon [getuige 4] niet zien waarom de verdachte naar beneden keek. Ik hoorde vervolgens dat de getuigen de witkleurige Mercedes bus gepasseerd waren en dat zij doorreden, op de [Rijksweg 1] richting [plaats 1] . Ik hoorde dat zij, ter hoogte van de afrit van de [Rijksweg 1] naar [plaats 1] , op rijstrook 1, voor zich een file zagen ontstaan. Ik hoorde dat zij dit zagen door de alarmverlichting die gevoerd werd door hun voorgangers. Ik hoorde [getuige 3] zeggen dat hij dan automatisch in zijn achteruitkijkspiegels kijkt, voor naderend verkeer. Ik hoorde hem zeggen dat hij in zijn rechterachteruitkijkspiegel, op rijstrook 2, een zwartkleurige
Volvo V40 en daarachter een motorrijder zag rijden. Ik hoorde [getuige 3] zeggen dat hij
zag dat zij snelheid minderden. Ik hoorde dat hij dat zag omdat zij minder snel op hem naderden. Ik hoorde hem vervolgens zeggen dat hij de witkleurige Mercedes bus met een hoge snelheid zag naderen en dat deze op de motorrijder reed. Ik hoorde hem zeggen dat hij vervolgens de motor, en vervolgens de motorrijder, hem links zag passeren en in de berm aan de rechterzijde van de weg terecht kwam. Ik hoorde hem zeggen dat de witkleurige Mercedes bus vervolgens na de klap doorreed en op de rechterachterzijde van de zwartkleurige Volvo V40 botste. Ik hoorde dat de witkleurige Mercedes bus vervolgens na de botsing aan de rechterzijde van de weg in de sloot terecht kwam.
6. Een geschrift, te weten een niet door verbalisant ondertekend proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 27-28, zakelijk weergegeven:
Als relaas van [verbalisant 8]
Naar aanleiding van de aanrijding op de [Rijksweg 1] op 15 juli 2022, heb ik ter plaatse gesproken met [getuige 4] .
Ik hoorde [getuige 4] het volgende zeggen:
"Ik reed samen met mijn collega [getuige 3] in een bedrijfsbus. Ik zat als bijrijder voor in de bus. Mijn collega [getuige 3] bestuurde de bus. We reden over de [Rijksweg 1] richting [plaats 1] . We kwamen uit de richting van [plaats 4] . We reden over rijstrook 1 en onze snelheid was naar schatting 107 km per uur.
Op een gegeven moment zag ik in de verte een witte bus slingeren op rijstrook 2. Mijn
collega zag dat ook. We kwamen de bus op een gegeven moment achterop en haalden de bus op een gegeven moment in. Toen we naast de witte bus reden, keek ik naar rechts en kon ik via het linker portierraam de bestuurder zien zitten. Ik zag alleen de bestuurder zitten, verder niemand.
Ik zag dat de bestuurder met zijn linker hand het stuur vasthield. Ik zag dat hij wat onderuit gezakt achter het stuur zat. Ik zag, dat hij zijn rechterarm langs zijn lichaam had. Ik kon zijn rechterhand niet zien. Ik zag wel dat de bestuurder niet naar de weg voor hem keek. Ik zag namelijk dat hij naar beneden keek richting zijn rechterhand. Ik kon niet zien waar hij naar keek.
We haalden de witte bus in en reden nog steeds op rijstrook 1. In de verte zag ik een rode motor met rode koffers. Ik zag op een gegeven moment remlichten wat verder voor ons. Ik zag dat auto’s met waarschuwingslichten reden. Mijn collega remde langzaam af om de snelheid aan te passen. Ik denk dat we op een gegeven moment 30 a 40 km per uur reden op rijstrook 1. Op dat moment reden de rode motor en de witte bus op rijstrook 2. Ik zag voor de motor een donkere Volvo rijden.
Op een gegeven zag ik plotseling een motor en een persoon langs vliegen. De persoon vloog door de lucht. Ik besefte dat het de rode motor betrof.
7. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 88-90, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [getuige 5] :
Op 15 juli 2022 reden ik en mijn gezin op de [weg] in de richting van [plaats 4] . In de buurt van [plaats 5] viel het mij op dat er een busje voor ons aan het slingeren was. Ik heb gezien dat dit busje, een witte Mercedes bus, over de middenstreep, op de andere rijstrook terecht kwam. De [weg] op dat punt twee rijbanen heeft met elk twee rijstroken. Deze rijbanen zijn gescheiden door een middenberm. U vraagt mij naar de verkeersdrukte op dat moment. Ik kan u verklaren dat het op dat moment niet erg druk was. Dit is een aantal keren gebeurd in de tijd dat wij achter deze bus reden. Ik denk dat wij op dat moment met een snelheid van iets meer dan 100 kilometer per uur reden. Ik denk dat het busje met dezelfde snelheid reed. Ik weet dat wij langer dan 10 minuten, mogelijk wel een kwartier achter dit busje gereden. Wij hebben eerst het rijgedrag waargenomen, voordat we een melding zouden maken bij de politie. Mijn man maakte de opmerking dat dit niet goed was en dat ik de politie maar moest bellen. Ik heb vervolgens met 0900-8844 gebeld.
Tijdens het gesprek heb ik verteld dat er een busje reed dat gevaarlijk rijgedrag vertoonde. Ik ben doorverbonden met de meldkamer. Ik heb doorgegeven dat wij op dat moment op de [weg] in de richting van [plaats 4] reden.
Op het moment dat ik de meldkamer aan de telefoon had hebben we het busje ingehaald. Ik vond het best spannend op het moment dat wij de bus inhaalden. Ik weet niet of ik de bus had ingehaald op het moment dat ik had gereden. Op het moment dat wij het busje inhaalden kon ik de bestuurder van het busje goed waarnemen. Ik zag dat het een man was. Achteraf heb ik gelezen dat hij 55 jaar oud was. In mijn optiek had hij een aparte blik in zijn ogen. Ik kan het niet echt uitleggen. Op uw vraag of hij een alerte indruk op mij maakte, kan ik verklaren dat dit niet het geval was. Ik zag ook dat de man ietwat onderuitgezakt, en daarbij naar rechts leunend, op de bestuurdersstoel zat. Voor zover ik kon zien zat er maar een persoon in het voertuig, de bestuurder. Ik heb heel bewust gekeken of deze man ergens mee bezig was, een telefoon of iets dergelijks. Ik heb niet gezien dat hij met een telefoon bezig was. Ik heb ook gezien dat de man niet naar beneden, in de richting van zijn schoot, keek.
Nadat we het busje hadden ingehaald vroeg de meldkamer om het kenteken van het busje. Op dat moment kon ik het kenteken niet meer lezen, er zaten al meerdere voertuigen tussen onze auto en het busje. We reden in de buurt van [plaats 4] en zouden in de richting van [plaats 6] afbuigen. Ik zag dat het busje, in eerste instantie op de strook voor de richting van [plaats 7] reed. Ik zag op het laatste moment dat het busje ook de strook voor de richting van [plaats 6] nam.
Kort hierna hebben wij ingevoegd op de [Rijksweg 1] , in de richting van [plaats 6] . Ik had de meldkamer nog steeds aan de lijn en deze wilde graag een kenteken van die bus hebben. Om het kenteken te kunnen lezen hebben we de snelheid naar beneden gebracht. Ik weet niet welke snelheid we op dat moment hebben gereden. Het viel mijn man op dat de bus erg langzaam reed. Ik denk dat dit op het punt was waar de invoegstrook bijna bij de [Rijksweg 1] komt. Wij reden al op de [Rijksweg 1] en hebben de bus bewust dichterbij laten komen. Kort daarna rijdt de bus achter ons. Voor die witte bus reed een motor. Hierdoor kon ik het kenteken van de witte bus niet lezen. De motor heeft ons vervolgens ingehaald en hierdoor kon ik het kenteken lezen en heb dit doorgegeven aan de meldkamer, die ik nog steeds aan de telefoon had. Hierna heb ik het gesprek met de meldkamer afgerond en beëindigd. Voordat het gesprek beëindigd was heeft de witte bus ons ingehaald en is doorgereden in de richting van [plaats 6] .
Ik heb vervolgens gezien dat het busje, dat voor ons reed, meerdere malen aan het slingeren was, op de [Rijksweg 1] . Ik weet niet meer of er voertuigen tussen ons en het busje hebben gereden. Ik weet wel dat mijn man bewust afstand heeft gehouden tot het busje. Ik zag dat het busje meerdere malen een slingerende beweging maakte waarbij dit busje naar links, over de stippellijn heen, reed. Ik vond het een zeer gevaarlijke situatie en heb nog tegen mijn man gezegd: "je kunt er op wachten dat dit fout gaat", of woorden van gelijke strekking.
We zijn er ook heel bewust achter blijven rijden omdat het in mijn ogen niet verantwoord was om in te halen. Ik was ook heel benieuwd of er politie zou komen. Dan zie ik ineens dat het busje met iets in aanrijding komt. Ik zag dat het busje weggleed naar de vluchtstrook, rechterzijde. Dit busje kwam in een droge sloot tot stilstand. Ik heb gezien dat er een donkerkleurige Volvo reed en volgens mij is het busje tegen deze Volvo aan geschampt.
8. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 85-87, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [getuige 6] :
Ik was bestuurder van mijn Volkswagen Transporter op 15 juli 2022. Ik was met mijn gezin onderweg. Om omstreeks 14:45 uur reden wij op de vierbaans weg de [weg] vanaf [plaats 8] richting [plaats 4] . Daar viel mij in de verte al op dat er een bestelbus voor mij reed. Ik reed met een snelheid van 100 kilometer per uur. Met deze snelheid naderde ik langzaam deze bestelbus. Ik reed op de rechter rijstrook en toen ik dichterbij kwam viel mij zijn rijstijl op. Ik zag namelijk dat de auto over de middenlijn kwam, en ik zag dat daarbij inhalende auto’s ook remden. En ook zag ik dat de bestelbus aan de rechterkant over de daar gelegen streep reed. Dus hij slingerde. Ik heb dat een aantal minuten gezien doordat ik langzaam dichterbij kwam. De bestelbus reed dus langzamer dan ik. Ik kwam zo dichtbij dat ik hem ging inhalen over de linkerrijstrook. Ik sprak over het rijgedrag met mijn vrouw, en zei moet je zien wat een gevaarlijk rijgedrag. Mijn vrouw beaamde dat. Ook zij vond het gevaarlijk. Toen ik hem inhaalde kon ik duidelijk naar de bestuurder kijken. Ik vond dat hij niet helder uit zijn ogen keek. Voor mijn gevoel zat hij wat verduft (het hof leest: versuft of duf) achter het stuur. Toen we hem hadden ingehaald, hebben we het samen nogmaals over zijn rijgedrag gehad, en ik zag hem in mijn spiegels ook nog steeds slingeren, en hebben we besloten om dit aan de politie door te geven.
Mijn vrouw heeft gebeld met de politie. We hadden geen kenteken, maar konden de bus wel goed omschrijven. Het betrof een Mercedes, grote bestelbus, kleur wit. Op het moment dat mijn vrouw aan het bellen was, was daar net de afslag, de keuze tussen de [Rijksweg 1] op, of richting [plaats 4] . Ik zag dat de bestelbus op rechts bleef rijden richting [plaats 4] , ik sorteerde voor naar links om de [Rijksweg 1] op te rijden. Ik zag toen ik mijn spiegels dat de bestelbus op het laatste moment en eigenlijk te laat ook naar links ging ook de [Rijksweg 1] op, dus achter ons aan. Daarvoor moest hij over het puntstuk rijden om de afslag nog te nemen. Ik reed de [Rijksweg 1] op en omdat de politie vroeg om het kenteken, heb ik wat gas terug genomen, om hem mij in te laten halen. Ik reed de [Rijksweg 1] op, en zag hem nog op de invoegstrook. Op een gegeven moment reed ik nog maar 60 kilometer per uur, en hij kwam nog niet dichterbij. Toen zag ik hem achter mij invoegen en vervolgens ging hij met een aanzienlijke snelheid om mij heen. Mijn vrouw kon het kenteken lezen toen hij vlak achter mij zat, en gaf dat door aan de politie. Ik reed op de [Rijksweg 1] 100 kilometer per uur, en ik denk dat hij ongeveer 110 reed, want hij reed bij mij weg. Ik wilde ook niet vlak achter hem blijven rijden, omdat ik dat niet veilig vond. Er kwamen een aantal auto's tussen mij en hem te rijden. Ter hoogte van [plaats 1] zag ik voor mij uit een aantal remlichten van auto's oplichten. Ik dacht dat daar ergens een opstopping was. En daar voor zag ik de remlichten. Ik zag de bus wat stuiteren en ik zag onderdelen de lucht in vliegen. Ik heb geen remlichten van de bestelbus gezien, en had dat wel kunnen zien omdat ik in mijn Transporter ook vrij hoog zit. Ik had meteen wel in de gaten dat de bestelbus een aanrijding had veroorzaakt. Ik zag op die afstand ook wel dat er een motor bij het ongeval betrokken was. Ik heb in mijn eerdere verklaring gezegd dat ik dacht dat de bus voor het ongeval ongeveer 80 kilometer per uur reed. Echter nadat ik daar over heb nagedacht, kan ik dat nooit op die afstand inschatten, en ik denk nu dat hij ongeveer even snel als ik reed, omdat ik niet op hem in liep. Ik reed op dat moment ongeveer 110 kilometer per uur.
9. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 42-43, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [getuige 7] :
Ik ben hier om wat toe te lichten over de bestelauto die betrokken was bij een ongeval op de [Rijksweg 1] onder [plaats 1] afgelopen vrijdag 15 juli 2022. Het betreft hier een Mercedes Sprinter kleur wit, met [kenteken 1] . Deze auto rijdt voor mijn bedrijf en bezorgt brood in Nederland en in Duitsland. Op 15 juli 2022 kwam deze auto van uit Duitsland via [plaats 9] en moest naar [plaats 10] . Achter het stuur zat in mijn opdracht [verdachte] , hij is in mijn dienst.
Op 5 juli 2022 is de auto nog naar de APK-keuring geweest, en goedgekeurd na reparaties. Er is een nieuwe remschoenset op gekomen, een nieuwe band, een lamp en een wiellager. Alles is goed aan de auto. De garage is [naam garage] in [plaats 4] . [verdachte] is niet bij mij geweest over iets wat aan de auto mankeerde. De auto heeft goed onderhoud gehad en ik heb geen klachten van hem gehad. De auto is op 8 juli uit de garage gekomen en [verdachte] heeft de auto meegenomen. Hij was tot het moment van het ongeval de enige chauffeur van deze auto.
Ik heb [verdachte] diezelfde middag ook nog gebeld dat als hij moe is dat hij dan de auto stil moest zetten en rust moest nemen. Hij had namelijk 2 dagen daarvoor ook schade gereden omdat hij in slaap was gevallen. Ik zei dat hij rust moest nemen omdat het ook erg warm was en dan makkelijk weer in slaap kon vallen. Ik ben ook nog uit Duitsland gebeld dat hij daar aan de verkeerde kant van de weg reed. Dat was de politie uit Duitsland die mij belde. Hij is toen getest op drank en drugs, maar er was niets mis. Ik was nu ook bang dat hij weer in slaap zou vallen, ik was namelijk zelf ook net zolang onderweg als hij en, wist dat je nu moe zou zijn. We waren namelijk om middernacht gestart samen bij de fabriek uit Zeeland, dus we waren al lang onderweg. Toen ik hem belde, was hij aan het rijden.
10. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 48-49, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [getuige 8] :
Ik kan het volgende vertellen over het onderhoud van de Mercedes Sprinter met [kenteken 1] . Deze auto is hier gebracht omdat er een wiellager kapot was. Dit was volgens mij 1 of 2 juli 2022. Ik heb toen de wiellager gemaakt en ook de apk gedaan. De auto is daarvoor naar [autobedrijf] te [plaats 4] gegaan. Er moesten daarna dingen gerepareerd worden. Dat heb ik gedaan, waarna de auto weer terug gaat naar [autobedrijf] voor het goedkeuren. De remmen waren goed.
11. Een proces-verbaal van verhoor getuige, pagina’s 50-51, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als verklaring van [naam] :
Ik werk voor de [autobedrijf] te [plaats 4] . Ik kan vertellen dat de Mercedes Sprinter met [kenteken 1] op 7 juli 2022 is aangeboden op 7 juli 2022 voor de apk keuring. Deze auto is zonder opmerkingen door ons APK goedgekeurd. U vraagt mij naar de remmen van deze auto. Ik kan vertellen dat, omdat de auto goedgekeurd is, de remmen getest zijn en dat de remmen aan de eisen voldeden op het moment van keuring.
12. Een proces-verbaal van verhoor, pagina’s 242-248, zakelijk weergegeven inhoudende:
Als vraag van (een van) verbalisant(en) (V) en als antwoord van verdachte (A):
V: Kun jij zelf vertellen waarvoor je hier zit?
A: Ik was aan het auto rijden, omdat ik brood aan het bezorgen was. Ik kwam vanuit
Duitsland naar Nederland.
V: Op welke dag, datum en tijd reed je als bestuurder van wat voor voertuig?
A: Op 15 juli 2022 omstreeks 15:00 uur, reed ik als bestuurder van een
bestelbus, Mercedes Sprinter, type 13, kleur wit. De bus is helemaal wit.
V: Waar reed je?
A: Ik was onderweg naar [plaats 10] , in de richting van de [Rijksweg 2] . Het was een
autosnelweg. Ik ken de route heel goed, maar weet de naam van de weg niet.
V: Waar kwam je vandaan en waar ging je naartoe?
A: Ik kwam vanaf Duitsland en ging richting [plaats 10] .
V: Rijd je hier vaker? (bekendheid met verkeerssituatie)
A: Ik rij deze route dagelijks.
V: Was het hier drukker of anders dan normaal?
A: Ja het was drukker als normaal, het was druk.
V: Heb je snelheid geminderd? (op welk moment)
A: Toen ik de file zag heb ik geprobeerd te remmen en uit te wijken maar dit lukte niet meer. Ik denk dat ik op het moment van de aanrijding nog ongeveer 80 kilometer per uur reed.
V: Kon je nog uitwijken / sturen / remmen? Waarom niet?
A: Ik heb geprobeerd uit te wijken. Er reed ook een andere auto. Ik reed op de rechter rijstrook.
V: Heb je ook remlichten zien oplichten bij de auto's voor je?
A: Dat zag ik wel, maar het lukte niet meer om te stoppen.
V: Heb je het rijbewijs nodig voor werk? Wat is jouw beroep?
A: Ja dat heb ik nodig als bezorger.
13. De verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting van het hof op 5 juni 2025, zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik was die dag al langer onderweg. Ik had ook twee keer gepauzeerd.
U, voorzitter, houdt mij voor dat mijn baas, [getuige 7] , heeft verklaard dat wij rond middernacht in Zeeland zijn gestart. Dat klopt. Dat betekent inderdaad dat ik al vijftien uren aan het werk was. Ik had daarvoor wel geslapen. Ik had eerder in die week ook gewerkt. Ik was al een tijdje onderweg, maar ik was het wel gewend. Er waren veel auto’s en ik heb de file heel laat gezien.
U houdt mij voor dat een vrachtwagenchauffeur, beroepschauffeur, rijtijden heeft waaraan hij zich moet houden. Ik ben geen vrachtwagenchauffeur.