Uitspraak
Overwegingen
BESLISSING
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 16 augustus 2024, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof heeft de zaak behandeld met inachtneming van de relevante stukken en heeft de terbeschikkinggestelde, geboren in 1968, gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal, mr. Z. Rajcevic, was ook aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in dit geval niet kan voorzien in de noodzakelijke verplichte zorg die vereist is voor het risicomanagement van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt kan worden, gezien de aard van de gepleegde misdrijven. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, met de aanvulling dat de zorgmachtiging niet kan worden verleend, omdat de verplichte zorg niet kan worden geborgd. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij de ondersteuning die hij nodig heeft binnen zijn huidige woonvoorziening ontvangt en dat hij bereid is om de voorgeschreven medicatie te blijven gebruiken. Het hof heeft geconcludeerd dat de huidige zorgprothese essentieel is voor het risicomanagement en dat de terbeschikkingstelling moet worden voortgezet.