Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 september 2017 tot en met 02 maart 2021 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2017 t/m 02 maart 2021 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of elders in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] welke organisatie tot oogmerk had (telkens) het plegen van misdrijven te weten (telkens) mensenhandel zoals bedoeld in artikel 273f Wetboek van Strafrecht en/of mensensmokkel zoals bedoeld in artikel 197a Wetboek van Strafrecht en/of witwassen zoals bedoeld in artikel 420bis Wetboek van Strafrecht.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
volgt onder meer dat de rechter daartoe de omschrijving van het strafbare feit in het EAB vergelijkt met de omschrijving in de tenlastelegging. Daarbij moet hij nagaan of (i) de bestanddelen van het strafbare feit waarvoor wordt vervolgd dezelfde zijn als die waarvoor de persoon is overgeleverd en of (ii) er voldoende overeenstemming bestaat tussen de omschrijving van het feit in het EAB en de omschrijving van het feit in de tenlastelegging. Wat betreft de onder (ii) genoemde voorwaarde is van belang dat verschillen in de omschrijvingen in tijd en plaats niet zonder meer betekenen dat sprake is van een ander feit, tenzij door die verschillen een wijziging in de aard van het strafbare feit optreedt of deze ertoe leiden dat een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 3 of 4 Kaderbesluit EAB van toepassing wordt.
dat we ook nog wel iets een beetje officiëler krijgen….”De advocaat-generaal heeft opgemerkt dat ze hierna niets meer hadden ontvangen.
De standpunten
Vrijspraken
misbruikwordt gemaakt van die kwetsbare positie. Van misbruik zal (in ieder geval) sprake zijn (in geval van sub 4) als de verdachte weet van de kwetsbare positie (althans voorwaardelijk opzet daarop heeft) en de kwetsbare positie gebruikt als middel om de persoon aan het werk te zetten of te faciliteren onder zodanige omstandigheden dat sprake is van uitbuiting. In geval van sub 1 zal van misbruik (in ieder geval) sprake zijn als de verdachte weet van de kwetsbare positie (althans daar voorwaardelijk opzet op heeft) en de kwetsbare positie als middel inzet om een persoon te vervoeren, huisvesten etc. met het oogmerk van uitbuiting.
BESLISSING
teruggaveaan [naam 10] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: