ECLI:NL:GHARL:2025:3261
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep pachtovereenkomst tussen broer en zus
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een pachtovereenkomst tussen twee broers en zussen, hier aangeduid als [pachter] en [verpachtster]. De zaak betreft een kort geding waarin [pachter] hoger beroep heeft ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de pachtkamer in Middelburg. De pachtkamer had geoordeeld dat er geen pachtovereenkomst tussen de partijen bestaat. Na een memoriewissel heeft [pachter] op 2 mei 2025 verzocht om doorhaling van de zaak, wat betekent dat hij zijn hoger beroep niet wenst voort te zetten. [verpachtster] stemde in met dit verzoek, maar wenste dat [pachter] in de proceskosten werd veroordeeld. Het hof heeft het verzoek tot doorhaling opgevat als een niet-handhaving van de gronden van het hoger beroep, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring van [pachter]. Het hof heeft tevens geoordeeld dat [pachter] de proceskosten van [verpachtster] moet vergoeden, omdat zij gedwongen was om kosten te maken om zich te verweren in deze procedure. De proceskosten zijn vastgesteld op € 349,- aan griffierecht en € 1.214,- aan advocaatkosten, te betalen binnen 14 dagen na de uitspraak, met wettelijke rente bij niet tijdige betaling.